Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    om
    (voegw.)

    voor

    < het voegwoord “om” drukt doorgaans een doel of een modaliteit uit; in Vlaanderen komt “om” vaak voor na een (werk)woord dat dank uitdrukt

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: OM: In het Vlaamsch strekt het gebruik van om zich verder uit dan in ‘t Noord-Nederlandsch. Het wordt ook gezegd, waar sprake is van dank en belooning, in welke gevallen hier voor de gewone uitdrukking is.
    - Dank om de goede woorden, Conscience ed. 1867.
    - Dit is uwe belooning om de schoone sproke, die gij mij geleerd hebt, Conscience, Leeuw van Vlaanderen 1, 36 (uitg. 1843; die van 1865 heeft ’voor’, 1, 38).

    Dank je wel, Kenny, om langs te komen. (uit: Taalmail)

    Ik dank u om zo goed voor ons te zorgen.

    Merci om mee te denken aan een oplossing voor ons probleem.

    Ooh, dat is keivriendelijk van u, bedankt om te komen meehelpen!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Dec 2017 15:18
    2 reactie(s)

    mottig
    (bn.)

    onwel, misselijk, ziek, aardig

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In Zuid-Nederland voor: misselijk.
    Geeft mij een glas water: ik word mottig, Loquela (1894).

    Limburgs: koellek

    Ik word mottig van die stank.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Dec 2017 15:15
    0 reactie(s)

    mottig
    (bn.)

    lelijk

    Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: van mot: eigenlijk van stoffen, waarin de motten gevreten hebben

    Zo’n mottige kleur dat dien auto heeft.

    Mottig weer is het de laatste tijd. Eerst motregen dan rukwinden en daarna vriezen.

    Eikes wat een mottige rok hebt gij aan?

    Niet dat alles daar even prachtig is. Er zijn ook ondingen neergezet, zoals het MAS. Dat ding is zo lelijk dat de buurtbewoners sméken dat Arne Quinze daar een paar van die knalrode geblutste metalen miskleunen van Oostende naar Antwerpen verhuist. Whatever de aandacht van dat mottig gebouw afleidt is welkom. (Clement Peerens in De Morgen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 01 Dec 2017 15:14
    0 reactie(s)

    puppegalle
    (de ~ (v.), -n)

    kruiwagen
    uitspraakvariant van pijpegale

    zie ook: pippegaai, pippegale

    Klik op de afbeelding
    Jongen met kruiwagen vol tuinafval - Boy with wheelbarrow filled with garden disposal (5896773685)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: pijpegaal: Middelnederlands pipegale: Eene thans inzonderheid in Zuidelijk West-Vlaanderen nog bekende benaming voor een kruiwagen, doch die vroeger ook elders in gebruik was. Het woord, behalve als piepegaal, wordt gewestelijk ook als pupegale uitgesproken (zie De Bo (1873) en Loquela (1907))

    J’ei de puppegalle gevuld me zand. (hij heeft de kruiwagen met zand gevuld)

    “Het wiel en de tramen van eene pijpegalle” De Bo (1873)

    Regio Westhoek
    Bewerking door de Bon op 01 Dec 2017 15:12
    1 reactie(s)

    mook
    (de ~ (m./v.), ~en)

    - maag van een dier: zie ook hot
    - maag, algemeen

    uitspraak: moeëk, moewek

    uitdrukking: die is op z’n moeëk uit = altijd eerst aan zichzelf denkend i.v.m. eten.

    zie ook: moeken

    ook in de Antwerpse Kempen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mook
    In Zuid-Nederland bekend als naam voor de eerste maag van herkauwende dieren, ook wel voor pens of buik in ruimeren zin, ook van een mensch.
    Afleiding: Mooken, ”veel, overdadig eten” (Cornelissen-Vervliet (1899))

    Etymologie: mook, moke ingewanden, eerste maag van een herkauwer, pens (zuidnederlands) = Oostmiddelduits mauke ‘brij’. Van een wortel die ‘glibberig’ betekent en ook aanwezig is in aan het germaans ontleend provençaals mauca ‘ingewand’. Van dezelfde basis = lat. mucus ‘slijm’. (bron A. Weijnen)

    Als m’n vader een haan slachtte, dan werd de moeëk mee klaargemaakt en beschouwd als een lekkernij.

    Die koe is precies opgeblazen, ze irkt niet meer… Ze heeft iets aan haar moeëk. (irken)

    Kempen: Maane moewek zit vol kestgato. Mijn maag zit vol kerstgebak.

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 01 Dec 2017 15:04
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.