Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand tijd doen verliezen, iemand aan het lijntje houden
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
’Modern lemma: tar < Middelnederlands tar. (Engels tar)
Bijvorm van Teer
— In antw. dial. ook: vogellijm. Vandaar zegsww. als iemand aan den t?r krijgen, hebben, hem bepraten, tot iets overgehaald hebben; — houden, hem aan den praat houden (Cornelissen-Vervliet).
Tarroede, met teer of met vogellijm bestreken roede om vogels te vangen (Corn.-Vervl.).
Artikel gepubliceerd in 1930.’
Ik ben nog maar eens aan den taar gehouden om een enquête in te vullen.
iem. tijd doen verliezen, iem. aan het lijntje houden
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
’Modern lemma: tar < Middelnederlands tar. (Engels tar)
Bijvorm van Teer
— In antw. dial. ook: vogellijm. Vandaar zegsww. als iemand aan den t?r krijgen, hebben, hem bepraten, tot iets overgehaald hebben; — houden, hem aan den praat houden (Corn.-Vervl.).
Tarroede, met teer of met vogellijm bestreken roede om vogels te vangen (Corn.-Vervl.).
Artikel gepubliceerd in 1930.’
Ik ben nog maar eens aan den taar gehouden om een enquête in te vullen.
op mijn gemak, zonder mij op te jagen;
uitspraak ‘oep men stoaje’
variant: stuike, op z’n ~ /stoaeke/
< stade
Van Dale:stade
de (v.); g.mv.
(1265-1270 ‘de juiste plaats, het juiste ogenblik’) oorspr. een verl. deelw., vgl. Lat. status (gesteld, staand), van stare (staan)
Voorbeelden uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal bij:
Op stade of op zijn stade, op zijn gemak, zonder zich te haasten. In Zuid-Nederland:
Spoed u zoo niet, doe het op uwe staaie, Schuermans (1865-1870).
Oep zijne stoa werke, Tuerlinckx.
Doet da’ werk op sta(d)e, Cornelissen-Vervliet (1899).
-Wilt gij na den middag meer op stade een uurtje met ons komen kouten, gij zult welkom zijn, Conscience (ed. 1867).
En ik heb dat allemaal ingeladen op mijn staaje. En als de doos vol was, dan heb ik een ander gepakt. (gehoord van mijn tante Imelda)
niet denderend, niet om over naar huis te schrijven, genne vette, niet om over te stoefen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Stoef: de handeling van stoffen, iets om op te stoffen gewoonlijk in ontkennend verband (Cornelissen-Vervliet; Teirlinck, Zuid-Oost-Vlaanderen)
Met zijn kapotte knie gaat het ondertussen beter, maar het is nog ginne stoef.
“De man die leidt de wereld, tis anders ginne stoef
en al de grote mannen liggen thuis onder de sloef (sloef, onder de ~ liggen).” Katastroof
“De zomer is halfweg en zoals ze in Antwerpen zeggen is het nog ’ gene stoef ’ geweest tot hiertoe. Hopelijk herpakt het seizoen zich en zien we augustus …” (ekeren.be)
“Vertrokken uit een hotel waar er gene stoef op was, 2 croissants met een koffie was mijn ontbijt, ge zult er ver mee komen …” (wtc-elst.be)
verhaaltje
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Daar kwam een verken en een kalf, Mijn vertelselken is half; Daar kwam een verken met nen langen snuit, En mijn vertelselken is uit, De Cock en Teirlinck, Kindersp. (1908).
En toen kwam er een varken(tje) met een lange snuit en het vertelselke(n) is uit.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.