Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
klein verwilderd struikgewas
< waarschijnlijk een betekenisverschuiving van rouwage: van rouw (een bijvorm van ruw) en het achtervoegsel -age.
Bij Kiliaan: rouwagie, ruychte
Tuerlinckx: Ruigte, ”onbewoonde met distels en boomen begroeide grond of streek”
Cornelissen-Vervliet:
- ”Ruigte, verzameling van ruwen afval”
- ”Vuiligheid, bladeren, takken, slijk” vb.: De gracht zit vol rouwage, Cornelissen-Vervliet (2004).
Gaat ge zaterdag mee de raweuzze afkappen in dat bos? Het is niet meer om door te lopen.
het is gedroogd maaisel (géén hooi) of verdorde begroeiing van een gras- of slootkant, dat gebruikt wordt om in de winter bieten en aardappelen (of groenten zoals kool en prei) onder te stoppen. Rawwenis kan bijvb. zijn: oud strooi of slecht hooi, graskantmaaisel, bunt enz. Best niet te fijn gemaaid: met de zeis of een zeisieke afgedaan is ’t beste.
< eigenlijk rouwenis; < van rouw, een bijvorm van ruw
– Allerlei afval van hout, stroo, onkruid, enz.
“Me zullen die rouwenis opstoken.”
“Doet die rouwenis bijeen in ’nen hoop.” Cornelissen-Vervliet (1899)
zie ook raweuzze
“k zal sebiet es wa rawwenis bijeen zuke om de praai onder te stoppe tegen at goa vrieze”
(ik zal dadelijk eens een beetje strooisel bijeen zoeken om de prei af te dekken tegen de vorst.)
handvoertuig met één wiel, kruiwagen
zie ook kortewagen, kurtewagen, puppegalle
uitspraak: kerrewogge en krewage, waarbij de ‘e’ dof wordt uitgesproken zoals in ‘het’
Er ligt nogal wa jeir in de kerrewagen!
(archaïsch in Nederland)
kameel
WNT: Middelnederlands kemel (ook Middelhoogduits kemel). In oorsprong hetzelfde woord als kameel, maar misschien vroeger dan deze vorm ontleend aan latijn camelus of anders rechtstreeks, ten tijde der kruistochten, ontleend aan arabisch gemel.
Een thans alleen nog in bijbeltaal, in verheven of plechtigen en statigen stijl, bij dichters, alsmede in enkele zegswijzen en spreekwoorden gebruikelijke naam voor den kameel, het bekende last- en rijdier van Arabieren en Aziaten.
Een kemel heeft twee bulten.
(archaïsch in Nederland)
kameel
WNT: Middelnederlands kemel (ook Middelhoogduits kemel). In oorsprong hetzelfde woord als kameel, maar misschien vroeger dan deze vorm ontleend aan latijn camelus of anders rechtstreeks, ten tijde der kruistochten, ontleend aan arabisch gemel.
Een thans alleen nog in bijbeltaal, in verheven of plechtigen en statigen stijl, bij dichters, alsmede in enkele zegswijzen en spreekwoorden gebruikelijke naam voor den kameel, het bekende last- en rijdier van Arabieren en Aziaten.
Een kemel heeft twee bulten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.