Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    spek
    (de ~ (m.), ~(ke)n)

    snoepje – niet te verwarren met spekkies;

    Van Dale 2014 online: gewestelijk suikerballetje

    Etymologiebank:
    uitsluitend in Vlaanderen gebruikelijk vrouwelijk woord voor ‘snoepje van gekookte suiker en/of stroop, babbelaar’, later ‘snoepje in het algemeen’:

    West-Vlaams: spekke
    Oost-Vlaams: spekke, spek

    Moet ge nog ne spek hebben?

    Regio Scheldeland
    Bewerking door de Bon op 24 Apr 2018 19:14
    3 reactie(s)

    prijs hebben
    (uitdr.)

    het zitten hebben, het aan zijn been hebben
    zitten, het ~ hebben,
    spek, het ~ aan zijn been hebben,
    jan, van ~ hebben

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands

    Op de terugweg was er slechts één alcoholcontrole, hij had toch wel prijs zeker.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Apr 2018 19:10
    1 reactie(s)

    been, iets aan zijn ~ hebben
    (uitdr.)

    - niet meer van iets onaangenaams afkomen
    - bedrogen uitkomen

    Van Dale online: spreektaal, Belgisch-Nederlands

    zie ook spek, het ~ aan zijn been hebben

    Ik wist het, ik had het aan mijn been. Een rekening te laat betaald en er kwamen 5€ nalatigheidsintresten bij.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Apr 2018 19:07
    1 reactie(s)

    muirk
    (ne ~ (m.), -en)

    hoofd, kop, bol, gedachten

    < merg (hier overdrachtelijk); In Zuid-Nederland ook met k aan het einde (merk, mark: Cornelissen-Vervliet). Middelnederlands: march, murch, morch.

    In de Kattenberg in Borgerhout was er een bakkerke, ne voorschoot groot, waar de mensen na de 6- en 7-uremis buiten in de rij aanschoven voor pistolee’s. Hij kon het huis van de buren kopen en zijne winkel uitbreiden. Als de verbouwing af was, kwam er minder en minder volk. De goudmijn was weg. Wat dat de mensen in hunne muirk steken/hebben om dan weg te blijven, vraagt ge u af.

    Het gehuil ging door maarg en been.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 24 Apr 2018 19:06
    7 reactie(s)

    muirk
    (ne ~ (m.), -en)

    hoofd, kop, bol, gedachten

    < merg (hier overdrachtelijk); In Zuid-Nederland ook met k aan het einde (merk, mark: Cornelissen-Vervliet). Middelnederlands: march, murch, morch.

    In de Kattenberg in Borgerhout was er een bakkerke, ne voorschoot groot, waar de mensen na de 6- en 7-uremis buiten in de rij aanschoven voor pistolee’s. Hij kon het huis van de buren kopen en zijne winkel uitbreiden. Als de verbouwing af was, kwam er minder en minder volk. De goudmijn was weg. Wat dat de mensen in hunne muirk steken/hebben om dan weg te blijven, vraagt ge u af.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 24 Apr 2018 18:50
    7 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.