Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
negerzoen, Melo-cake
< Frans: tête de nègre, met dezelfde betekenis. In het Vlaams ‘negertet’, maar omdat een man geen tetten (borsten) heeft, werd het waarschijnlijk volgens de volksetymologische logica een negerinnentet.
Ik heb een hele doos negerinnetetten opgegeten.
liegen, beuzelen, iets wijsmaken
vergelijk SN:‘met spek schieten’
Amai, hij is goed aan het spekken. Dat van zijn broer kan al niet kloppen om de eenvoudige reden dat em geen broer heeft.
(jongerentaal) leugen, bluf, idiotie, grap
zie ook spekken
- Ik heb honderd op honderd voor wiskunde.
- Wat ne spek! Spekbeer!
snoepje – niet te verwarren met spekkies (zie meiskesvlees)
Van Dale 2014 online: gewestelijk suikerballetje
Etymologiebank:
uitsluitend in Vlaanderen gebruikelijk vrouwelijk woord voor ‘snoepje van gekookte suiker en/of stroop, babbelaar’, later ‘snoepje in het algemeen’:
West-Vlaams: spekke
Oost-Vlaams: spekke, spek
Moet ge nog ne spek hebben?
snoepje, een bonbon zonder papieren omhulsel
vroeger maakte men spekken van gebrande suiker die op een stenen plaat, het aanrecht, werd gegoten en in vierkante stukjes werd gesneden
WNT: In het zuiden: in verschillende toepassingen op stukken snoepgoed: suikerballetje, brok, babbelaar, caramel.
- Ze kregen nu elk wat ze verlangden: een zakspiegelke, een zilveren ringje, een fleschje reukwater, de zakken vol mokken en spekken, Stijn Streuvels, Minnehandel (1903)
zie ook: spek
Na het voorlezen van zijn nieuwjaarsbrief kreeg onze Jan van zijn grootvader een spekke.
Oh, ik verlang zo naar de tijd dat grootmoeder spekken bakte en me daarna op schoot nam en zei, ’kom hier mien spekke, mien keppekindje
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.