Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mannetje
uitspraak: klik op het pijltje
Da’ menneke is nooit tevreden.
ruk, snok, trek, duw
Ge moet dien hond genen trok geven, dat is nog ne jongen hond. Dat is normaal dat die in alles bijt.
overheidsuitkering
(niet bedoeld hiermee is “pensioen”)
Dien heeft bekan ni gewerkt en toch heeft em een pensioen en ook nog een trok van ’t een of ander.
(Die heeft bijna niet gewerkt en toch heeft hij een pensioen en een uitkering van het een of ander.)
pijnscheut, kramp, korte hevige pijn
zie ook trek
Kortsluiting op de draad van mijn strijkijzer. Had alles moeten laten vallen want ik kreeg me daar nen trok.
tocht/trek (van lucht)
Door den trok vloge al mn blare van men bureau.
Door in den trok te staan, heb ik nu een farm kopvalling opgeschaart (opscharen).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.