Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
naartoe, in de richting van, heen
ook: hene, henen, hennen
zie ook hennen en terug, daar henne
MNW & Woordenboek der Nederlandsche Taal: Middelnederlands henne
Zij gaat naar een concert van den ene of den andere; zij gaat daar henne met 2 vriendinnen.
Waar wilt ge nu henne gaan, naar Kroatië of Bosnië?
Aan ’t rondpunt neemt ge de 2de straat en dan rijdt ge er zo henne.
Roodkapje waar gaat gij hene?
Zo alleen, zo alleen…
boerenkool
uitspraak: savooj, saveuj; in Antwerpen: savoei
< Woordenboek der Nederlandsche Taal: savooiekool
znw. vr. Waarschijnlijk ontleend aan Hoogduits Savoyerkohl, naar Frans chou de Savoye. Als verkorte vorm komt ook voor Savooitje en in Zuid-Nederland savooi.
In mijnen hof staan savooien, tomaten en patatten.
(Plots) weg, vertrokken, verdwenen zijn. Het wordt niet vervoegd, dus een ww. uitdr. zal het wel niet zijn.
Uitspraak: riejpe snaaje.
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Reepen snijden, er vandoor gaan. In Zuid-Nederland.
‘Reepen snijden’ ervan door trekken, wegloopen. Schuermans (1865-1870).
Vgl. Van Dale ‘pompstok’
Hij is pompstokken snijden = hij is gedeserteerd
Hij staat hier nen halven dag rond te draaien, maar nu g’hem moet hebben, is hem repen snijen!
Het alarm ging af, maar tegen dat de wouten er waren, waren de dieven natuurlijk al lang repen snijen.
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In Noord-Nederland is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, Courtmans-Berchmans, Gesch. v.d. J. (1864).
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
dinsdag
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Modern lemma: dinsdag
— DINGSDAG, DIJSSENDAG, DISENDAG enz. —, znw. m. Middelnederlands dinxdach, dinsendach, disendach enz.,
Prov. Antwerpen: destag
Brugs: diessendag
Hageland: dijstag
Maasland; daesdig/deensdig
West-Vlaanderen: disendag
Ik had dijstendag vijfendertig mattentaarten besteld, en woensdag lagen ze al klaar!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.