Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
langwerpige (+- 10cm) harde zoete tweekleurige snoep, soort karamel
Babelutten, een snoepgoed gemaakt van kandijsiroop en waarschijnlijk ook boter. De botersnoepen (babbelaars) waren een traditioneel snoepje aan de Belgische kust.
Ze werden gemaakt door de vissersvrouwen, met boter uit de Polders. Een vrouw uit Heist (Moeder Babelutte, 1841-1912) commercialiseerde het snoepje en verkocht het aan de elitaire Franstalige badgasten.
De naam “babbelaars” werd verfranst tot “babelutte”, en de vrouw werd la mère Babelutte genoemd.
Babelutten zijn sterk verwant aan de boterbabbelaar uit Zeeland.
Vroeger kon je een babelutte kopen voor 1Fr.
Moeder Babelutte wordt in West-Vlaanderen vooral geassocieerd met snoep of de babeluttes, de bekende botersnoepjes die je in de gelijknamige winkels ziet. (nieuwsblad.be)
schommel
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij bijze: In Zuid-Nederland is bijs, bijze hier en daar de naam voor een schommel.
vergelijk bijzen
zie ook: bies, biezabijs, bijze, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, sturrel, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
Als gij op de bijs gaat zitten, zal ik u duwen.
> andere betekenis van bijs
(koude) noorderwind
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt), bij bijze:
— BIJS, en gewestelijk BIEZE, BIES —, znw. vr. Middelnederlands bise.
Frans bise
In Bilzen zei men vroeger: “Thaajs ’t ès baajs!” (Thijs, ‘t is bijs), "’t ès Kêmpische wènd" of “Sjoeg, ’t ès kaad!” of ook: “Sjoeg sjoeg, Peiterke ploeg, lêpke lèèr, kaad wèèr!” (als het bijtend koud was, zei men: “‘t vries de steen aut d’iëd” (het vriest de stenen uit de grond).
Met “’t ès ne pit kadder woëne” (het is een jas kouder geworden) bedoelde men dat men zonder overjas niet meer de deur uit kon.
> andere betekenis van bijs
barrevoets, blootsvoets
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij baarvoets: Samenstellende afleiding van Baar, bloot, en Voet, met -s. Hetzelfde als Barrevoets.
- Met, op bloote voeten; hoogduits barfusz. Thans verouderd.
Varianten:
Kempen: berrevoets, bervoets, beus
Leiestreek: barvoets
Limburg: berreves
Scheldeland: berrevoesj
Ga je zo naar het strand? Ik zou baarvoets gaan hoor, schoenen heb je daar niet nodig!
spoel voor garen, garenklos, spoelklos, klos
Woordenboek der Nederlandsche Taal (wnt): Bobijn:
- garenklosje, al of niet met garen omwonden. Thans alleen in Zuid-Nederland.
< Het woord is vroeg ontleend aan Frans bobine ‘spoel’ (1544); het heeft de diftongering van – ? – naar – ij – meegemaakt. (M. Philippa e.a.)
Van Dale online: Belgisch-Nederlands
vnw: een bobijntje garen: een klosje garen
Zet het bobijntje bovenop het naaimachien voor ge begint.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.