Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) niet goed weten welke ziekte iemand heeft
2) een ingebeelde ziekte hebben of helemaal niet ziek zijn
etymologie zie: kriek, het aan zijn ~ hebben
1) Die ziet zo bleek vandaag, wat zou die mankeren?
Geen flauw idee, ziek aan haar kriek misschien?
2) Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) ziek gemeld op het werk, maar heeft niet gezegd wat hij had.
Ziek aan zijn kriek zeker?
1) niet goed weten welke ziekte iemand heeft
2) een ingebeelde ziekte hebben
etymologie zie: kriek, het aan zijn ~ hebben
1) Die ziet zo bleek vandaag, wat zou die mankeren?
Geen flauw idee, ziek aan haar kriek misschien?
2) Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) ziek gemeld op het werk, maar heeft niet gezegd wat hij had.
Ziek aan zijn kriek zeker?
een ingebeelde of onbekende ziekte hebben
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In gemeenzame taal eene benaming voor het achterste, en bij uitbreiding voor het lichaam. .
Ik heb pijn in mijn hooft, in mijn rug, in mijn krieck, R. Visscher, Brabbeling (ca 1600).
In Zuid-Nederland alleen in eene zegswijze bekend (zie Cornelissen-Vervliet: “Waar is hij ziek ? Van achter aan zijn kriek.”).
vgl. ziek aan uw kriek
Twee koningen, twee koningen
Den derde dien is ziek
Wat heeft em, wat heeft em?
Hij heeft het aan zijn kriek
(Driekoningenlied door twee koningen gezongen)
een ingebeelde of onbekende ziekte hebben
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In gemeenzame taal eene benaming voor het achterste, en bij uitbreiding voor het lichaam. .
Ik heb pijn in mijn hooft, in mijn rug, in mijn krieck, Visscher, Brabb. (ca 1600).
In Zuid-Nederland alleen in eene zegswijze bekend (zie Cornelissen-Vervliet: “Waar is hij ziek ? Van achter aan zijn kriek.”).
vgl. ziek aan uw kriek
Twee koningen, twee koningen
Den derde dien is ziek
Wat heeft em, wat heeft em?
Hij heeft het aan zijn kriek
(Driekoningenlied door twee koningen gezongen)
een ingebeelde of onbekende ziekte hebben
Waarschijnlijke betekenis: Het aan zijn achterste hebben.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In gemeenzame taal eene benaming voor het achterste, en bij uitbreiding voor het lichaam. In Zuid-Nederland alleen in eene zegswijze bekend (zie Cornelissen-Vervliet.).
Ik heb pijn in mijn hooft, in mijn rug, in mijn krieck, Visscher, Brabb. 160 (ca 1600).
vgl. ziek aan uw kriek
Twee koningen, twee koningen
Den derde dien is ziek
Wat heeft em, wat heeft em?
Hij heeft het aan zijn kriek
(Driekoningenlied door twee koningen gezongen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.