Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    amai mijnen amai
    (tussenwerpsel)

    uitroep van verbazing, verbijstering, bewondering, ontreddering, afkeuring enz. … naargelang de context

    ’Z’hebbe nog ‘n villa in Kalmthout, en d’r zijn ‘k éne keer gaan kuise, maar daarna nooit nie meer, amai mijnen amai…’ ‘Waarom zegt ge dat?’ ’Ne veul te zware post, meneer. Jef Geeraerts, Romeinse suite (2009)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 04 Sep 2018 14:12
    0 reactie(s)

    amai mijnen amai
    (tussenwerpsel)

    uitroep van verbazing, verbijstering, bewondering, ontreddering, afkeuring enz. … naargelang de context

    ;

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 04 Sep 2018 14:09
    0 reactie(s)

    oor, amai mijn ~
    (uitdr.)

    uitroep van verbazing, ongeloof, verwondering, bewondering, enz.
    ook
    amai mijn armen
    amai mijn gat
    amai mijn orgel (orgel, amai mijn ~)

    zie andere synoniemen bij: voeten, amai mijn ~

    Kost dat spel twee honderd euro?! Amai mijn oor!

    Amai mijn oor! Dat is ne knappe gast!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 04 Sep 2018 12:43
    0 reactie(s)

    kriek, het aan zijn ~ hebben
    (uitdr.)

    niet echt ziek zijn

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In gemeenzame taal eene benaming voor het achterste, en bij uitbreiding voor het lichaam. .
    Ik heb pijn in mijn hooft, in mijn rug, in mijn krieck, R. Visscher, Brabbeling (ca 1600).
    In Zuid-Nederland alleen in eene zegswijze bekend (zie Cornelissen-Vervliet: “Waar is hij ziek ? Van achter aan zijn kriek.”).

    vgl. ziek aan uw kriek

    Twee koningen, twee koningen
    Den derde dien is ziek
    Wat heeft em, wat heeft em?
    Hij heeft het aan zijn kriek
    (Driekoningenlied door twee koningen gezongen)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 04 Sep 2018 02:02
    0 reactie(s)

    kriek, het aan zijn ~ hebben
    (uitdr.)

    een ziekte voorwenden

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: In gemeenzame taal eene benaming voor het achterste, en bij uitbreiding voor het lichaam. .
    Ik heb pijn in mijn hooft, in mijn rug, in mijn krieck, R. Visscher, Brabbeling (ca 1600).
    In Zuid-Nederland alleen in eene zegswijze bekend (zie Cornelissen-Vervliet: “Waar is hij ziek ? Van achter aan zijn kriek.”).

    vgl. ziek aan uw kriek

    Twee koningen, twee koningen
    Den derde dien is ziek
    Wat heeft em, wat heeft em?
    Hij heeft het aan zijn kriek
    (Driekoningenlied door twee koningen gezongen)

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 04 Sep 2018 01:50
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.