Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
“Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) is het grootste historische woordenboek ter wereld. Het beschrijft de betekenis en geschiedenis van honderdduizenden woorden uit het geschreven Nederlands van 1500 tot 1976” (WNT)
Het WNT lebelt op verschillende wijzen Vlaams: bv. als Belgisch-Nederlands, Vlaams België, enz.
typ wnt in zoekvenster
versnellen in het lopen, rijden, stappen
wnt: bedr. en onz. zw. ww. Van ver- met dapper. Niet in Middelnederlands Woordenboek. Uitsluitend aangetroffen in Vlaams-België.
- Verhevigen, versterken; feller, heviger, sterker worden.
“— Deez meedoogentheit, Zoo vérre van ’t opregt meedoogen afgespreit, Verdappert myn verdriet, doet de ongenucht vermeeren.” De Potter, Getrouwen Herder (1678).
- Versnellen, verhaasten; sneller worden.
¨
Typisch Vlaams: nieuwe energie opdoen (informeel): Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 2; Vlaamsheid: 2
VRT taal: verdapperen: Belgisch-Nederlandse sporttaal. Soms ook in een andere context.
versnellen, zijn tweede adem vinden, er weer tegenaan kunnen gaan, sterker / feller / groter / duurder worden
Voorbeelden:
?? Het peloton kon nog nauwelijks reageren, toen de Belg verdapperde.
Het peloton kon nog nauwelijks reageren, toen de Belg versnelde.
?? Het aandeel verdapperde met 13 % in twee weken.
Het aandeel werd in twee weken 13 % duurder.
Toen hij hem achterna zat, begon hij te verdapperen en kon hij hem inhalen.
Overigens, bepaalde termen die jullie als typisch Vlaams beschouwen zijn in Vlaamse oren eigenlijk louter typisch Wuyts (“verdapperen” bijvoorbeeld: niemand anders hier te lande gebruikt ooit dat werkwoord!) (fiets.nl)
mestvaalt, mesthoop
ook: messink
< mes, hetzelfde als ’t hollands mest (De Bo)
Middelnederlands Woordenboek:
Mesthoop, mestvaalt. Kiliaan (1599): messingh
wnt:
Mesthoop, -put, -poel, messie; ook de plaats waar behalve mest ook allerlei vuilnis wordt neergelegd (zie Schuermans (1865-1870)).
- Job, gezeten op zijnen messing, (Gezelle)
De messing bevond zich vroeger over het algemeen op een boerderij en meestal in het midden van de koer of het erf.
“En als de dieren dan al eens hun restanten hadden achtergelaten, werd dat met een ‘troefel’ (schop) opgeschept in een vuile emmer en op de messing leeggemaakt.” (uit een blog)
> andere betekenis van messing
roddelen
wnt: beklappen: klappen, babbelen.
Middelnederlands beclappen
Eigenlijk: Iemand bebabbelen, kwaad van hem spreken; bij Kiliaan (1574) vertaald met infamare, diffamare. In Noord-Nederland niet meer in gebruik.
zie ook klappen
Het is echt niet mooi meer hoe ze mij aan ’t beklappen geweest zijn. Allemaal leugens!
Daar gaat over geroddeld worden, dat gaat over de tong gaan: dat gaat beklapt worden.
een rij
dim.: hulleke
wnt: hul, hil, hulle, hille
Uitstekende groep van bijeenstaande dingen (De Bo (1873)), hoopje. In de Westvlaamse volkstaal nog een gewoon woord.
Vb. Vlas dat ongelijk gezaaid is komt in hullekens uit. (De Bo, West-Vlaams idioticon 1873).
Een hulleke huizen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.