Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    telloor
    (de ~ (v.), ~oren)

    eetbord

    zie ook: talloor, teljoor

    wnt bij teljoor:
    Daarnaast taljoor (in meer fransche spelling tailloor enz.); telloor, talloor, in een groot deel van Brabant en in het Land van Waas; talloore (vr.), in ’t Z.-O. van Vlaanderen; teljer, bij Schuermans (1865-1870). In ’t Westvlaams is een vrouweijke taljoore, teljoore.
    Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (in dezen zin lang verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Middelnederlands de gewone betekenis: tafelbord, etensbord, bord.

    “Moe, pakt es de telloren uit de kast.”

    “Stel u gerust: uit uw telloor zal ‘m niet mee-eten. Nietwaar, Floske? Gij lust het alleen maar van vrouwke’s telloor?”
    (Johan Fabricius – 2013 – ?Fiction https://books.google.be/books?isbn=9025863604)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 15:34
    7 reactie(s)

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    wnt:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
    Limburg: scholk
    Lumbutgse Kempen: jassescholk

    zie ook voorschoot, een ~ groot; verzamellemma kledij

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 15:34
    9 reactie(s)

    WNT
    (verwijslemma)

    “Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) is het grootste historische woordenboek ter wereld. Het beschrijft de betekenis en geschiedenis van honderdduizenden woorden uit het geschreven Nederlands van 1500 tot 1976” (WNT)

    Het WNT labelt op verschillende wijzen Vlaams: bv. als Belgisch-Nederlands, Vlaams België, enz.

    typ wnt in zoekvenster

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:40
    0 reactie(s)

    heulen, samen ~
    (uitdr.)

    samenspannen, samen iets bedisselen

    zie ook heulen, ondereen ~
    vgl: heulen met de wolf die in het bos leeft

    Van Dale 2014 online: gewestelijk

    wnt: Tezamen heulen, gemeene zaak maken, zich (tot een gemeenschappelijk doel) vereenigen; inzonderheid: samenspannen, -rotten. Ook wel: (geheime) verstandhouding oefenen.

    Bij Jeannine en Miranda, daar kunt ge gene voet binnenkrijgen, die heulen altijd samen.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:38
    0 reactie(s)

    geeën
    (ww., geede, gegeed)

    onkruid verwijderen, wieden

    Lokale uitspr. (Bilzen) gèèë (zelfde uitspr. als zèèë, wèèë, drèèë); het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt echter geen verouderde of regionale Nederlandse vorm ‘gaaien’, wel ‘geien’, ter zijde trekken; mogelijk gewoon een verbastering van “wieden” (heeft als bijvormen wie(ë)n, wee(d)en, wai(d)en, cf. wnt)

    Grampeir ès on ’t gèèë èn den hoëf aater (grootvader is achter, in de tuin, onkruid aan het wieden)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door Georges Grootjans op 30 Nov 2024 12:37
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.