Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    noodwendigheden
    (zn. mv.)

    Groot woordenboek der Nederlandse taal (1950): (Zuidn.) iets dat noodzakelijk of onmisbaar is
    - de noodwendigheden des levens: de eerste levensbehoeften

    vnw: (aangepast) aan de noodwendigheden van: (aangepast) aan de behoeften, (aangepast) aan de eisen van

    Zuidnederlands Woordenboek (Walter De Clerck – 1981): in de verb. aan de noodwendigheden van, ten behoeve van. (Vgl. du. Notwendigkeit; in Vl.-België veelal ter vert. van fr. besoin, nécessité).

    “Vorige maand nog hebben ze mijn verzoek afgewezen, omdat “de noodwendigheden van het onderzoek dit vereisen”. (vrt.be)

    Vlaanderen denkt vandaag anders over buitenlanders dan voor tien jaar, toen Tobback en Vande Lanotte, volgens de noodwendigheden van hun tijd, het bestaande … (demorgen.be)

    Ten derde zouden rechters gedelegeerd kunnen worden als de noodwendigheden van de dienst het vereisen. (standaard.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Apr 2024 10:16
    0 reactie(s)

    naarnemig
    (bijvoeglijk naamwoord)

    Teerhartig, zich om alles en iedereen zorgen makend. (dialectbachtendekupe.be)

    Ank ‘t eweten, ‘k had ezwegen! Zó noarnemig, nondedju!” “Ja,” zei de boerinne, “vor een keeë da je je moend opendei! Had j’ ezwegen. Cyriel gienk ebleven zien. Hen ‘k ik ogliek oek edoan. Toet nu toeë!” (De geschiedenis van het toneel in Roesbrugge)

    Regio Westhoek
    Bewerking door Georges Grootjans op 17 Apr 2024 08:35
    0 reactie(s)

    noodsein
    (zn. o.; ~en)

    een noodrem in de trein

    vnw: noodrem

    Zuidnederlands Woordenboek (Walter De Clerck – 1981): In Belg. treinen: noodrem (ter vert. van fr. alarme).

    Elk compartiment heeft een noodsein en er zijn er nog enkele in de gang zelf. Op de trein heerste er chaos. Geroep, getier. (hln.be)

    Het noodsein was niet sterk genoeg verlicht, in de trein ontbrak een verplicht veiligheidssysteem en de bestuurder heeft wel degelijk het … (nieuwsblad.be)

    Er gebeurden geen ongelukken doordat de machinist van een tegemoetkomende trein een noodsein kreeg en op tijd kon stoppen. (treinforum.be)

    Het is immers onze (en ook die van de bestuurder) taak om het afgetrokken noodsein te herbewapenen (waardoor de remmen weer lossen), pas dan kan de rit verder gezet worden. (forum.modelspoormagazine.be)

    In Mechelen werden dan weer de noodseinen van een treinstel gemanipuleerd en werd een werkwillige treinbegeleider zodanig verbaal geïntimideerd en … (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Apr 2024 10:15
    0 reactie(s)

    reeuw
    (znw. (m.), ~en)

    lijk, stoffelijk overschot, en ook de uitwasemingen of de geur daarvan

    Eertijds werden lijkbidders reeuwers genoemd, die de dode op een reeuwlaken legden en het lijk reeuwden, id est prepareerden.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Reeuw geldt veelal als de schrijftaalvorm, ook daar waar ree gesproken wordt. Thans als simplex alleen nog in Vlaanderen en Brabant.
    Julie, zet e bitsje de kamerdeure open van de vouwte, opdat de reeuw zou weggaan, Aant. v. Gezelle (Pittem, ± 1880).
    Reeuw …; Cadaver, O. Volkst. (West-Vlaanderen, 1890)

    Zie ook: reeuwstro; reeuwal

    In tijden van epidemieën werd somtijds reeuwroof gepleegd.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Apr 2024 08:39
    0 reactie(s)

    reeuwal
    (zelfstandig naamwoord )

    “iemand die ruw en driest to werk gaat, en daardoor van alles beschadigt en vernielt” (dialectbachtendekupe.be)

    soms ook gezegd van een roekeloos persoon . Jan gaat voor niet achteruit, ’t is een echte reeuwal. Samenstelling van reeuwen (zie dat werkwoord) en al `alles: Het woord stamt uit de tijd dat het reeuwen van overledenen aan een besmettelijke ziekte, zoals de pest, een levensgevaarlijke bezigheid was.

    vgl. reeuw

    die reewals van jongers komen alle dagen thuis met klinkscheuren in hun kieren . Reeuwals zijn schurdig en ruilokte en gaan ’t al to kandele.

    Wat hebben wij toch een sappig taaltje. Chris zoomt in op een paar mooie West-Vlaamse woorden. Gebruik jij bijvoorbeeld “reeuwal”? (Chris Dusauchoit – radio2.be)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 16 Apr 2024 08:38
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.