Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.