Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lastigvallen, ergeren, irriteren, vervelen, plagen
vnw: vervelen, hinderen, lastigvallen
ook embeteren
< Frans embêter
zie ook ambetant
Sorry dat ik u hier kom ambeteren, maar het is echt dringend.
Wij zijn de mannen die de gas doen brannen,
De klinken repareren en de maskes ambeteren!
Maar ik ga ervan uit dat we als gevechtspiloot niet per se opdrachten zullen uitvoeren die de mensen embeteren. (standaard.be)
Gezien de vorm is ambetant datgene ,,wat embeteert’’. (standaard.be)
Buysse embeteert me nog meer dan gij. (ugent.be)
lastigvallen, ergeren, irriteren, vervelen, plagen
vnw: vervelen, hinderen, lastigvallen
ook embeteren
< Frans embêter
zie ook ambetant
Sorry dat ik u hier kom ambeteren, maar het is echt dringend.
Wij zijn de mannen die de gas doen brannen,
De klinken repareren en de maskes ambeteren!
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik, embetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.