Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    foefelen
    (ww. foefelde, gefoefeld)

    - knoeien, prutsen
    - frauderen, sjoemelen

    vwn: bedriegen, sjoemelen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: foefelen
    1. Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.
    “Ik kan niet begrijpen hoedat hij altijd wint, hij moet er onder fo?felen. In kiezingen wordt er dikwijls gefo?feld”, Cornelissen-Vervliet (1899)
    2. Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.
    “Die onbehendige werkman is bezig met foefelen. Een schoolkind foefelt als het kladden maakt in ’t schrijven, De Bo (1873).

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal
    DS2015 geen standaardtaal (ondanks bloemlezing onder)

    zie ook uitfoefelen, foefelaar, gefoefel

    > andere betekenis van foefelen

    Als ge nog veel foefelt aan uwen otto is hij straks helemaal naar de knoppen.

    We hebben wat gefoefeld met de belastingen.

    Ambtenaren konden jarenlang foefelen bij Regie der Gebouwen (standaard.be)
    De uitzonderlijke vervolging komt er nadat het drietal foefelde met handtekeningen. (standaard.be)
    Wie foefelt, gaat eruit – De Standaard

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2022 06:15
    1 reactie(s)

    foefelen
    (ww. foefelde, gefoefeld)

    iets verbergen, ergens instoppen (soms heimelijk, soms onhandig, …)

    vnw: vlug wegstoppen, wegmoffelen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland: Vlug of handig ergens instoppen; moffelen.

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands spreektaal

    vergelijk: wegfoefelen; infoefelen; tussenfoefelen

    Foefelt dat deken er maar goed tussen anders lig ik vannacht bloot.

    Foefelt dat briefke maar in uw spaarpot.

    En ondertussen had hij die gestolen juwelen al ergens weggefoefeld natuurlijk.

    > andere betekenis van foefelen

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2022 06:15
    0 reactie(s)

    foefelaar
    (zn. m. -s)

    sjoemelaar, bedrieger

    vnw: sjacheraar, sjoemelaar

    v.: foefelaarster

    niet in Van Dale 2015 online

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland.
    Bedriegelijk te werk gaan, vooral bij het spel.

    zie ook foefelen

    “Ik had dan een kaart waar je elke dag een glas melk moest op tekenen. En ook een glas melk drinken natuurlijk. Indien je dat een bepaalde tijd deed werd je lid van de melkbrigade en kreeg je een lidkaart. Ik was een foefelaar want ik lustte geen melk!” (happymama.be)

    “Ik ken vzw‘s maar al te goed en ik weet dat in elke vzw er minstens één foefelaar zit die door gebrek aan controle af en toe enkele duizenden euro’s kan doen verdwijnen.” (uit een forum)

    “Mijn vriendin heeft geen weet van een buitenlandse rekening, haar ex-man was/is een grote “foefelaar” als het op geldzaken aankwam/komt." (juridisch forum)

    > andere betekenis van foefelaar

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2022 06:13
    0 reactie(s)

    foefelaar
    (de ~ (m.), ~s)

    prutser, knoeier

    v.: foefelaarster

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Blijkbaar verwant met Foef. In Zuid-Nederland.
    Foefelaar, knoeier (Cornelissen-Vervliet); Slecht of morsig werk leveren, knoeien, morsen.

    ook in de Kempen

    zie foefelen

    Die foefelaar is aan mijn auto aan ’t werken geweest en mijn handrem werkt helemaal niet meer.

    > andere betekenis van foefelaar

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2022 06:12
    0 reactie(s)

    fluwijn
    (de, het ~ (v. o.), ~en)

    kussensloop

    vnw

    Etymologie: Middelnederlands: fluwine < Latijn: pulvinus (kussen)

    uitspraak:
    flewijn: in sommige Kempense regio’s
    fluwaan: Antwerpen en Antwerpse Kempen

    Toen ik in mijn bed stapte, zag ik dat mijn moeder mijn fluwijn ververst had.

    Doet gij de flewijn aan het kussen, dan leg ik het laken op het bed!

    “Het fluwijn is 38 cm op 28 cm en is gemaakt uit dezelfde stof als de boord van het lakentje, ofwel opnieuw uit wit katoen met een boord uit een ander stofje …” (sewbel.blogspot. 2012/07)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 26 Aug 2022 06:11
    5 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.