Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uitschot
zie krapuul
vnw: gespuis, uitschot
Van Dale crapuul
zelfstandig naamwoord; het
(1832 ‘zwelgerij’) ontleend aan Frans crapule
1.(meervoud: g.mv.)
gepeupel, gespuis
2.(meervoud: crapulen, crapuuls)
(Belgisch-Nederlands) schoft, smeerlap
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 3
vgl. crapulleke
Zaterdag was het weer crapuulekesnacht.
" … dat noemen ze zo, als iemand bijna dood geklopt wordt, waarom mag men daar in de firma niet over praten? Bescherming van de crapullen? (happymama.be)
Dat crapuuleke van het straat heeft weer geparkeerde auto’s beschadigd deze nacht.
Stuk crapuul dat gij zijt! Kapt (kappen) uw vuiligheid in uwen eigen hof!
“Dat was wat crapuul bij elkaar. Zij hitsen elkaar op om amok te maken in de stad.” (vrt.be)
‘Het was crapuul, die leerling, ik kan het niet anders zeggen. Maar plots draaide hij helemaal bij’. (demorgen.be)
wielrenner, koerser
dim.: coureurke < wordt ook gebruikt om het miniatuur speelgoed te benoemen
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
Thans SN, maar via Frans van Vlaamse oorsprong:
etymologiebank.nl: coureur (wiel-, motor-, autorenner): C.H. Peeters (1934) Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen
zie ook gazettencoureur, koersman, koersvrouw
“Gust zaagt moeders ooren af tot hij een koersvelo krijgt; dan zit hij den heelen dag op dat wiel, begint in den zomer mee te doen aan wat kermiskoersen, is vooraan in de prijzen en wil koereur van beroep worden” – WALSCHAP, Volk (1941).
Coureur, wiel- of autorenner, Van Dale (1950)
Hoeveel klein mannen zijn er niet die in de zomer met hun coureurkes in het zand heel de Ronde van Frankrijk naspelen.
wielrenner, koerser
dim.: coureurke < wordt ook gebruikt om het miniatuur speelgoed te benoemen
Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1
Thans SN, maar via Frans van Vlaamse oorsprong:
etymologiebank.nl: coureur (wiel-, motor-, autorenner): C.H. Peeters (1934) Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen
zie ook gazettencoureur, koersman, koersvrouw
“Gust zaagt moeders ooren af tot hij een koersvelo krijgt; dan zit hij den heelen dag op dat wiel, begint in den zomer mee te doen aan wat kermiskoersen, is vooraan in de prijzen en wil koereur van beroep worden” – WALSCHAP, Volk (1941).
Coureur, wiel- of autorenner, Van Dale (1950)
Hoeveel klein mannen zijn er niet die in de zomer met hun coureurkes in het zand heel de Ronde van Frankrijk naspelen.
augurk
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal <Frans: (1847) = lett. hoorntje
DS2015 geen standaardtaal
Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 1; Vlaamsheid: 2
zie ook verzamellemma groenten en fruit
Een cornichon in schijven op een dikke boterham met roomboter en kaas is een lekker tussendoortje.
400 g gemengde paddenstoelen – 1 rode ui – 2 tenen knoflook – 4 zilveruitjes – 2 cornichons – 4 takjes verse bladpeterselie – olijfolie – 1 el kappertjes … (standaard.be)
Hak de sjalot, cornichons, kappertjes, bieslook, salie en dragon fijn en roer ze door de mayonaise. (demorgen.be)
“Vroeger vroeg men een pistolet met américain of gehakt, meer niet. Nu komt daar een tomaatje, een cornichon, een blaadje sla bij.” (demorgen.be)
1. uitstekende deksteen van de gevel
2. (bij pannendak) bekleding van dakgoot
3. (bij plat dak) in schrijnwerk uitgevoerde, overstekende gevelbescherming, van boven bekleed met zink, onderaan en opstaand bekleed met houten planken
vnw: kroonlijst
Typisch Vlaams: kroonlijst, dakgoot: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 1; Vlaamsheid: 2
ook: kornis
< Frans corniche
Antwerpen: corniche
Kempen: kornis
Maasland en Hageland: kernis
West-Vlaanderen: kornisse
uitdr.: op reis gaan naar Saint-Corniche: thuis blijven in de vakantie.
Varianten en synoniemen bij vakantie, op ~ gaan naar Saint-Kernis
De corniche moet eens geschilderd worden.
Een corniche van een woning in Mechelen heeft op oudejaarsavond vuur gevat door een vuurpijl. (hln.be)
Met corniche of cornis (in ’t schoon Vlaams) wordt over het algemeen het uitstekende deel aan onder andere een dak bedoeld. (bouwinfo.be)
“Maar het nest zat op een meter van onze achterdeur, in de corniche” (demorgen.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
