Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Georges Grootjans

    crapuul
    (de ~, ~s, ~pulen, ~pullen)

    uitschot

    zie krapuul

    vnw: gespuis, uitschot

    Van Dale crapuul
    zelfstandig naamwoord; het
    (1832 ‘zwelgerij’) ontleend aan Frans crapule
    1.(meervoud: g.mv.)
    gepeupel, gespuis
    2.(meervoud: crapulen, crapuuls)
    (Belgisch-Nederlands) schoft, smeerlap

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 4; Vlaamsheid: 3

    vgl. crapulleke

    Zaterdag was het weer crapuulekesnacht.

    " … dat noemen ze zo, als iemand bijna dood geklopt wordt, waarom mag men daar in de firma niet over praten? Bescherming van de crapullen? (happymama.be)

    Dat crapuuleke van het straat heeft weer geparkeerde auto’s beschadigd deze nacht.

    Stuk crapuul dat gij zijt! Kapt (kappen) uw vuiligheid in uwen eigen hof!

    “Dat was wat crapuul bij elkaar. Zij hitsen elkaar op om amok te maken in de stad.” (vrt.be)

    ‘Het was crapuul, die leerling, ik kan het niet anders zeggen. Maar plots draaide hij helemaal bij’. (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Dec 2025 08:22
    0 reactie(s)

    coureur
    (zn. m.; ~s)

    wielrenner, koerser

    dim.: coureurke < wordt ook gebruikt om het miniatuur speelgoed te benoemen

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1

    Thans SN, maar via Frans van Vlaamse oorsprong:
    etymologiebank.nl: coureur (wiel-, motor-, autorenner): C.H. Peeters (1934) Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen

    zie ook gazettencoureur, koersman, koersvrouw

    “Gust zaagt moeders ooren af tot hij een koersvelo krijgt; dan zit hij den heelen dag op dat wiel, begint in den zomer mee te doen aan wat kermiskoersen, is vooraan in de prijzen en wil koereur van beroep worden” – WALSCHAP, Volk (1941).

    Coureur, wiel- of autorenner, Van Dale (1950)

    Hoeveel klein mannen zijn er niet die in de zomer met hun coureurkes in het zand heel de Ronde van Frankrijk naspelen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Dec 2025 08:21
    2 reactie(s)

    coureur
    (zn. m.; ~s)

    wielrenner, koerser

    dim.: coureurke < wordt ook gebruikt om het miniatuur speelgoed te benoemen

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 1

    Thans SN, maar via Frans van Vlaamse oorsprong:
    etymologiebank.nl: coureur (wiel-, motor-, autorenner): C.H. Peeters (1934) Nederlandsche Taalgids. Woordenboek van Belgicismen

    zie ook gazettencoureur, koersman, koersvrouw

    “Gust zaagt moeders ooren af tot hij een koersvelo krijgt; dan zit hij den heelen dag op dat wiel, begint in den zomer mee te doen aan wat kermiskoersen, is vooraan in de prijzen en wil koereur van beroep worden” – WALSCHAP, Volk (1941).

    Coureur, wiel- of autorenner, Van Dale (1950)

    Hoeveel klein mannen zijn er niet die in de zomer met hun coureurkes in het zand heel de Ronde van Frankrijk naspelen.

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Dec 2025 08:20
    2 reactie(s)

    cornichon
    (de ~ (m.), ~s)

    augurk

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal <Frans: (1847) = lett. hoorntje

    DS2015 geen standaardtaal

    Typisch Vlaams: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 1; Vlaamsheid: 2

    zie ook verzamellemma groenten en fruit

    Gherkin1

    Een cornichon in schijven op een dikke boterham met roomboter en kaas is een lekker tussendoortje.

    400 g gemengde paddenstoelen – 1 rode ui – 2 tenen knoflook – 4 zilveruitjes – 2 cornichons – 4 takjes verse bladpeterselie – olijfolie – 1 el kappertjes … (standaard.be)

    Hak de sjalot, cornichons, kappertjes, bieslook, salie en dragon fijn en roer ze door de mayonaise. (demorgen.be)

    “Vroeger vroeg men een pistolet met américain of gehakt, meer niet. Nu komt daar een tomaatje, een cornichon, een blaadje sla bij.” (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Dec 2025 08:18
    0 reactie(s)

    corniche
    (de ~ (v.), -s)

    1. uitstekende deksteen van de gevel
    2. (bij pannendak) bekleding van dakgoot
    3. (bij plat dak) in schrijnwerk uitgevoerde, overstekende gevelbescherming, van boven bekleed met zink, onderaan en opstaand bekleed met houten planken

    vnw: kroonlijst

    Typisch Vlaams: kroonlijst, dakgoot: Geen Algemeen Nederlands; Gangbaarheid: 1; Vlaamsheid: 2

    ook: kornis

    < Frans corniche

    Antwerpen: corniche
    Kempen: kornis
    Maasland en Hageland: kernis
    West-Vlaanderen: kornisse

    uitdr.: op reis gaan naar Saint-Corniche: thuis blijven in de vakantie.
    Varianten en synoniemen bij vakantie, op ~ gaan naar Saint-Kernis

    De corniche moet eens geschilderd worden.

    Een corniche van een woning in Mechelen heeft op oudejaarsavond vuur gevat door een vuurpijl. (hln.be)

    Met corniche of cornis (in ’t schoon Vlaams) wordt over het algemeen het uitstekende deel aan onder andere een dak bedoeld. (bouwinfo.be)

    “Maar het nest zat op een meter van onze achterdeur, in de corniche” (demorgen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 03 Dec 2025 08:14
    10 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.