Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van Georges Grootjans

    Vlaams

    Merkwaardig dit gebruik?

    “Vlaams zat mee aan tafel” of “Er is Vlaams beslist” klinkt hier heel normaal, maar als we dat toepassen op andere bestuursniveaus dan werkt dat niet:

    “Brussels zat mee aan tafel”? “Er is Brussels beslist”?
    “Waals zat mee aan tafel”? “Er is Waals beslist”? (deze laatste gaat precies nog)

    “Schots zat mee aan tafel”? “Er is Schots beslist”? (Er is schots en schaaf beslist klopt volledig, maar dat is iets helemaal anders ;)

    Iemand een uitleg?

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 01 Sep 2022 12:20

    fout, in de ~ gaan

    Het vnw vermeldt het, maar ik zie in Taaladvies:
    “Nee, in fout zijn is geen standaardtaal. Standaardtaal zijn onder meer schuld hebben, fout zijn en in de fout gaan.”

    Dus daar is het SN. Het kan zijn natuurlijk dat het vanuit VL is overgewaaid. Maar ondertussen toch heel wat goegels in .NL.

    Ik zet het tot nader order op SN.

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 01 Sep 2022 06:42

    frietkraam

    Dat die er nog niet in stond…

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 28 Aug 2022 12:28

    koolputter

    Volgens het Woordenboek van Populair Taalgebruik van Marc De Coster is koolputter ook een kaartterm voor schoppen. Ik ken het niet en vind er ook niet direct voorbeelden van. Iemand?

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 28 Aug 2022 09:31

    fluitjesmelk

    Ik vroeg me af of fluitjesbier, fluitjeswijn, fluitjesmelk… verwant zijn met flutbier, flutwijn, flutmelk…

    Waarschijnlijk wel: M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam:
    flut zn. ‘iets prulligs’; voorv. ‘prul-’
    Nnl. flut ‘minderwaardig persoon’ in ijdle flutten (1859; WNT), flut ‘iets prulligs’ (1919; WNT). Als eerste lid ‘waardeloos’ in flutpapier (1859; WNT), flutblaadje ‘oppervlakkig, waardeloos blaadje’ (1931; WNT Aanv.).
    Herkomst onduidelijk. Wrsch. uit westelijke dialecten in de standaardtaal opgenomen: Zeeuws flut ‘blut; leeg’ (de theepot is flut), misschien ook Vlaams flutsen ‘broddelwerk afleveren’ (bij Gezelle, Loquela); Zaanstreek fluter ‘dun, licht iets zonder waarde’. Wrsch. ontwikkeld uit pgm. *flut- en dus identiek aan nnl. → vlot 2 bn. ‘snel, makkelijk’. In dat geval af te leiden van → vlieten.

    Dus ook van dat vlieten (zie lemma)

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 23 Aug 2022 06:38

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.