Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
een geluk hebben, verwachten (veel gebruikt in de sport)
Persoonlijk is dat een plezante score. We weten immers dat er, al we achteraan alles kunnen dichthouden, vooraan wel een appel uit de kast kan vallen. (Nieuwsblad)
In de extra tijd leek er zowaar nog een appel uit de kast te vallen voor Frankrijk. (Lazio Fans Belgio)
Tom is een renner met een enorme uithouding en recuperatie. Dat bewijst hij op … Enkel op die manier kan er misschien een appel uit de kast vallen. (antwerpensportmagazine.be)
1. klein, meestal afgerond eindstuk.
2. kleine plakkende, of loskomende, of uitstekende oneffenheid.
3. allerlei onderdeeltjes en verbindingsstukjes waar men de naam niet van kent.
Ik heb het tsjoepke van die kabel teruggevonden.
Het tsjoepke van zijn pink was er bijna af.
geen sikkepit
Ik ken daar ginne sittepit van.
“Mateke, daar geloof ik geen sittepit van.” (seniorennet.be)
niets, nada, gene sikkepit, …
ook botten, nul de ~
Onze Jeroen heeft weer eens een buis voor fysica, maar hij heeft er dan ook nuldebotten voor gedaan.
Ik heb daar nuldebotten mee te maken. ’t Is hun zaak, zij moeten het maar zien op te lossen.
niets;
ook nuldebotten
Voor onze huwelijksverjaardag had ik wel een bloemeke verwacht…ja, tarara, nul de botten! Maar soit, hij heeft het achteraf goedgemaakt.
hurken
zie ook hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
MNW: Mn:. hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
De kindjes zitten allemaal op hun hukken.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
opruimen
zie ook: kant, aan de ~ doen
Van Dale: iets aan (de) kant zetten
in orde gebracht, opgeruimd
is de kamer aan kant?
Sebiet de keuken aan kant zetten, dan kunnen we gezellig met zijn tweetjes koken.
zelfmoord plegen
Van Dale: zich van kant maken
zelfmoord plegen
De laatste jaren zijn er veel beroemdheden die hun eigen van kant hebben gemaakt.
zelfmoord plegen
Van Dale: zich van kant maken
zelfmoord plegenan
De laatste jaren zijn er veel beroemdheden die hun eigen van kant hebben gemaakt.
de dialoog voeren, discussie houden;
‘dialogeren’ wordt meer gebruikt in Vlaanderen dan in Nederland
> Fr. dialoguer
Laat een samenleving ook zelf dialogeren en laat ons vermijden dat alleen rechtbanken gaan bepalen wat juist, goed en rechtvaardig is.
Met confraternele groeten, (Paul Quirynen)
Dialogeren is Typisch Vlaams! Het is de gloednieuwe dialoogmethode van KMS (Kerkwerk Multicultureel Samenleven). Gebruik ze en ontdek hoe jij en je collega’s, vrienden, klasgenoten, familie, etc. (bevooroordeeld) denken over tal van interculturele thema’s. (steunpuntdiversiteitenleren.be)
gebukt gaan onder een grote zorg of een zware last
WNT: hukken: gebukt gaan, strompelen, waggelen.
Inzonderheid hukken onder een zwaren last, (zie kil. (1588) en hexham)
- Als sy haer selven een onverdragelijck pack geworden is soo men siet datse al huckende en buckende gaet, david, Waers. 332
Sommigen gaan gehukt onder zo ’n zware depressie dat ze uiteindelijk nog maar 1 uitweg zien: hun eigen van kant maken (kant, zijn eigen van ~ maken).
Jarenlang ging ze gehukt onder de grote zorg voor de opvoeding van haar 2 kinderen.
- raken, komen
- soms als vervangend koppelwerkwoord voor “worden”, zoals in de voorbeeldzinnen.
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
Als eerste stap stekt oewe kop in nen emer rotte vis, zo geraakte gij gehard tegen de geur van geil en pis.
Met al die stormen van de laatste tijd is de fruitboer financieel in de knoei geraakt.
De holleblokken zijn helemaal in onbruik geraakt.
Na anderhalf jaar onderhandelen geraakte het tijd dat er een regering kwam. (uitspr. geraakte-n-et tijd; tijd raken: VD95 gew.)
- raken, komen
- soms als vervangend koppelwerkwoord voor “worden”, zoals in de voorbeeldzinnen.
VD2013 online: Belgisch-Nederlands
Als eerste stap stekt oewe kop in nen emer rotte vis, zo geraakte gij gehard tegen de geur van geil en pis.
Met al die stormen van de laatste tijd is de fruitboer financieel in de knoei geraakt.
De holleblokken zijn helemaal in onbruik geraakt.
Na anderhalf jaar onderhandelen geraakte het tijd dat er een regering kwam. (uitspr. geraakte-n-et tijd; tijd raken: VD95 gew.)
zittend door de knieën gebogen, hurken
zie ook hukken, op zijn ~ zitten, hukken
Ga door uw hukken om van de grond iets op te rapen. Dat is gezond voor uwe rug.
zittend door de knieën gebogen, hurken
zie hukken, hukken, door zijn ~ gaan
Verstoppertje spelen: ga op uw hukken zitten achter de zetel, dan zien ze u niet.
Om van onder in de kast een pan te nemen, zal ik op mijn hukken moeten zitten.
hurken
zie ook hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: Mn:. hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
De kindjes zitten allemaal op hun hukken.
hurken
ook zich hukken, zijn eigen hukken
vgl hukken, op zijn ~ zitten, hukken, door zijn ~ gaan
VD online: gewestelijk: huiken
MNW: hucken: Hurken, nederhurken, op de hurken of hukken gaan zitten.
- Niet te betrouwen dat al huckende pist, Goedthals 14, Brabant, 1568
- Hucke mi (dat.), ic bucke di, Praet 3065, Vlaanderen, 1401-1450.
WNT: hukken: Eene ineengedrongen houding aannemen door de knieën te buigen
> veelal met de bijgedachte van zich schuil te houden, wegkruipen.
- Hukkende in de struiken Dacht hy de naadrende, als het hoen den wouw te ontduiken, staring 2, 138 (1836).
> Ook met de bijgedachte aan eene neiging of een langen duur: (gehurkt) blijven zitten, plakken, vooral in herbergen. In de Z.-Ndl. spreektaal.
Ze kan niet meer hukken met dat verschot in hare rug.
- Wie hukt er zijn eigen tegenwoordig nu nog voor 10 cent op te rapen?
- Ikke!
- Ikke ook!
zittend door de knieën gebogen
zie hukken, hukken, door zijn ~ gaan
Verstoppertje spelen: ga op uw hukken zitten achter de zetel, dan zien ze u niet.
Om van onder in de kast een pan te nemen, zal ik op mijn hukken moeten zitten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.