Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
< Antwerpen: de carnet
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
bespreken
We zullen een van de dagen toch eens moeten beklappen hoe we dat praktisch gaan regelen.
Daar gaat over geroddeld worden, dat gaat over de tong gaan: dat gaat beklapt worden.
bespreken,
We zullen een van de dagen toch eens moeten beklappen hoe we dat praktisch gaan regelen.Daar gaat over geroddeld worden, dat gaat over de tong gaan: dat gaat beklapt worden
kauwgom
vgl. chiclet
Ol die sjiekkelitten dan ze utspugen plakken an de groend.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
1. blaar, vochtblaas
2. ook bloedblein, een blaasje gevuld met bloed
blein
< 1287 ‘blaar, puist’ ~ Oudengels blegen, grondbetekenis ‘zwellen’
1. bleintje
met bloed belopen striem
a
lange blaar
b
niet algemeen blaar
1. Toen mijn vinger geklemd geraakte, kwam er een ‘bleine’ op
2. Er is een adertje geraakt bij die hevige inspanning en nu is het een bloedblein geworden.
Oprit van een landbouwperceel
< mennegat: De weg, en vooral de dam of piete langs waar men over den gracht rijdt om in en uit den akker te komen.
< mennen: hoegsten, den hoegst inzamelen, het koorn van den akker naar de schuur brengen. De Bo 1892
Ook in de Antwerpse Kempen
Zet uwen trekteur (tracteur/tractor) doar in da mennegoat.
mannetje
uitspraak: klik op het pijltje
Da’ menneke is nooit tevreden.
mannetje
uitspraak: klik op het pijltje
Da’ menneke is nooit tevreden.
ruk, snok, trek, duw
Ge moet dien hond genen trok geven, dat is nog ne jongen hond. Dat is normaal dat die in alles bijt.
overheidsuitkering
(niet bedoeld hiermee is “pensioen”)
Dien heeft bekan ni gewerkt en toch heeft em een pensioen en ook nog een trok van ’t een of ander.
(Die heeft bijna niet gewerkt en toch heeft hij een pensioen en een uitkering van het een of ander.)
pijnscheut, kramp, korte hevige pijn
zie ook trek
Kortsluiting op de draad van mijn strijkijzer. Had alles moeten laten vallen want ik kreeg me daar nen trok.
tocht/trek (van lucht)
Door den trok vloge al mn blare van men bureau.
Door in den trok te staan, heb ik nu een farm kopvalling opgeschaart (opscharen).
schop, trap met de voet
zelfst. naamw. afgeleid van trekken
< nevenvorm van trek
De vorm trok komt volgens moderne gegevens, naast trek, voor in West- en Oost-Vlaanderen, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland, Klein-Brabant en het Land van Waas (Woordenboek der Nederlandsche Taal)
Als hij niet vooruit gaat, geef hem ne goeien trok in zijnen ’ol.
er is bewolking op komst, betrekken, bewolken
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Verdorie, het was zo’n mooi weer vandaag en nu begint het te overtrekken. Straks gaat het nog regenen.
Neemt maar een paraplu mee want het overtrekt helemaal.
weeskind in ’t Gents dialect
WNT: kulder: bijvorm van kolder
Bij uitbreiding. Te Gent als benaming voor de weesjongens, zie de aanhalingen.
“De weeze-kinders, gezeyd Kulders, opgequeekt in een hospice te Gend”, bij Frans De Potter, Gent
“De kweekelingen (van het gesticht) noemde men kulders, naar hun overkleed, een kolder, eerst van geel leder”, De Potter.
Weeshuis is een kulderkensschool.
weeskind in ’t Gents dialect
WNT: kulder: bijvorm van kolder
Bij uitbreiding. Te Gent als benaming voor de weesjongens, zie de aanhalingen.
“De weeze-kinders, gezeyd Kulders, opgequeekt in een hospice te Gend”, bij Frans De Potter, Gent
“De kweekelingen (van het gesticht) noemde men kulders, naar hun overkleed, een kolder, eerst van geel leder”, De Potter
Weeshuis is een kulderkensschool.
weeskind in ’t Gents dialect
WNT: kulder: bijvorm van kolder
Bij uitbreiding. Te Gent als benaming voor de weesjongens, zie de aanhalingen.
“De weeze-kinders, gezeyd Kulders, opgequeekt in een hospice te Gend”, bij De Potter, Gent
“De kweekelingen (van het gesticht) noemde men kulders, naar hun overkleed, een kolder, eerst van geel leder”, De Potter
Weeshuis is een kulderkensschool.
Het Brabants dialect heeft een enorme invloed gehad op gebied van het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt het daarvan af voor bepaalde onderwerpen: “’t” vs. “de”
zie ook t straat
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.