Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst toegevoegde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook
beschikbaar als RSS Feed
iets op een zeer langzame wijze uitvoeren, dralen, treuzelen
Ook in Limburg: taffelen
en Hageland: tjaffelen
zie ook: getaffel, semmelen
Niet teveel taffelen. Er is nog werk genoeg.
iemand die een zeer smal achterste heeft
Als ge die langs achter bekijkt, ’t is juist een spriejegat.
steentje
Op zijn oprit liggen stenkes.
Er is een stenke tegen de ruit van mijne wagen gevlogen. Had ik piet (piet hebben) dat dat glas niet barstte.
hark
NL: raak
zie ook: gritselen, rakel, rijf, krebber
regio’s:
in en rond Mechelen
in het zuidoosten van de Antwerpse Kempen
in het oosten van Vlaams-Brabant
in het westen van Belgisch-Limburg.
Pakt de gritsel en ga eens over de steentjes (stenkes).
Draai die gritsel om, (op)dat die tanden niemand kwetsen.
(‘Droajt di gritsel oem, da di tanne neemand ni kwetse’ – Mechels)
werktuig om manueel aarde weg te scheppen, ook om bv. mortel te maken, omzetten
in Antw.: truffel
zie ook schup, troefel, schoefel, panneke
< herkomst, zie truffel
Pakt de troeffel en schept de kruiwagen vol!
“Moet het nu weg? Dan is de houweel , troeffel en ff in je handen speken , de oplossing. Begin langs de zijkanten zodat je de troeffel ONDER het kiezelbed kunt steken.” (bouwinfo.be)
> andere betekenis van troeffel
dunne laag aarde afnemen, vlak maken
Woordenboek der Nederlandsche Taal: schoefel: gewestelijke vorm naast schoffel
schoffelen: Met een schoffel van onkruid zuiveren.
Schoeffelt hier en daar nog een beetje om het vlak te maken.
> andere betekenis van schoeffelen
1. groot vertoon, blijk geven van grote zelfdunk
< Frans grand genre: grote zjaar
wnt: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (Waasland) (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (Antwerpse Kempen en Antwerpen) (1903).
- Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
Voorbeelden:
Hij heeft nogal wat zjaar bij.
Als ge da zeet, op den boulβvard,
al dien chik en dien groten zjaar,
dan zegde: non de bleu, dee maude,
da kost toch aude.
(Als je dat zie op de boulevard
al die chick en die grote zjaar,
dan zegde "non de bleu, die mode, dat kost toch geld)
(non de bleu: bastaardvloek voor “nom de dieu”
aude: Brusselse uitspraak van oorden (=geld))
(http://www.wreed-en-plezant.be/)
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2. genre, passend bij, iemands stijl, voorkeur
Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hΓ©. (Regio Waasland).
een heel mager iemand
Da is ne germ die bij haar is.
cel in politiekantoor
Hij zit in de kottegoar.
> verwante betekenis en herkomst van kottegoar
stoep, voetpad
< Middelnederlands brauw: rand
ook in Leuven
Antw.: lantoer
Brugge: plankier
De braai ligt net voor zijn deur.
Nen auto kan ni op den braai staan, eh.
> andere betekenissen van braai
jaloers
< Oudfrans: jalous < Latijn zelosus
De r in het Nederlandse woord is opmerkelijk. Dat deze zou teruggaan op een Franse gewestelijke vorm met r lijkt niet aannemelijk: noch in het Oudfrans of Oudpicardisch, noch in andere ontlenende talen is een spoor van zo’n r te vinden, ook niet in het zn. jaloezie en de parallellen daarvan. Waarschijnlijk is de r hypercorrect ingevoegd naar analogie van woorden op -oers, -ours. (M. Philippa)
zie ook groen zien van jaloezie, jaloezigheid, jaloes, jaloeziteit
Hij is zjaloes omdat iemand anders meer aandacht krijgt dan hijzelf.
De zjaloeze beddenbak!
mannelijk zaad
De jongens waren stiekem aan het praten over strits.
een wip: kinderspeeltuig in speeltuin
zie ook kweekkwaak
Kinderen amuseren zich in de speeltuin op de kwink-kwank.
er voor paal of Piet Snot bijstaan
ook: staan geelogen
De bus vertrok net alvorens hij er aan kwam. Nu staat hij daar te koekeloeren.
> andere betekenis van koekeloeren
De eerste dikke korst die van een ongesneden brood wordt afgesneden.
Ik snij een hoemp van het brood
ook in de Antwerpse Kempen
Doe die dop van de fles dicht!
> andere betekenis van dop
vuilaard
< andere definitie van vuilzak
Die vuilzak van hierachter draagt al zeker twee maand aan een stuk hetzelfde hemd.
demorgen: “En tuurlijk zijn jullie niet ‘dΓ© vakbond’ maar enkele individuen. Maar uw collega vuilzakken stonden er maar mooi op te kijken en het goed te keuren.”
vuilniszak, vuilnis
vgl.: vuilkarre, vuilblik, vuilhoop, vuilkoker
< andere definitie van vuilzak
Iedere week kan men zijn vuilzakken buiten zetten.
smeerput
< Frans fosse
Zet den auto maar boven ’t fos
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.