Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Ja, en blijkbaar is die term in NL al redelijk lang in gebruik. Dus idd best op SN zetten :(
Bij nader inzien niet echt Vlaams: de term wordt ook in Nederland gebruikt voor een, euh, speciaal model fiets en kennelijk soms ook in bovenstaande betekenis.
Veranderen naar standaard Nederlands?
Deze is SN vrees ik, Kastanjeoog.
Handen als kolenschoppen | De Volkskrant
Oscar Wagner, de drie jaar oudere broer van Astrid (42), was een boomlange sterke vent, met handen als kolenschoppen. (als.nl)
enz.
Ik denk dat het kloefekapper is in WVL. In tegenstelling met wat jij zegt is kloefkapper moeilijker uit te spreken, voor mij althans want ik ben een zuiver Westvlaamse.
Die betekenis van pitser die ge beschrijft staat er nog niet in, François. Uitpitsen staat er wel in.
Maar pitslicht ook nog niet, pitslamp wel.
Voer gerust de ontbrekende lemma’s in. Zoveelst te vervollediger het VW is , zoveelst te beter ;)
Welkom, François.
https://www.ensie.nl/vogelnamen/bloon-bloan-bloen-baloon-blaan
Pitser
Pitser = iemand die knijpt. Pitsen = knijpen.
B.v. een ‘pitslicht’ is een zaklantaarn waardoor men met knijpen lichte stroom opwekt en alzo licht heeft. ( Limburg)
Uitpitsen = Uitknijpen. B.v ik pits een doorn uit. Die stak in mijn duim.
Onze marbels gaven we de naam van een renner; de mijne heette Richard De Poorter en een andere was Theo Middelkamp.
Ik weet niet of het er tegenwoordig nog zo aan toe gaat, maar ik herinner me uit mijn schooltijd de typische woorden van de leerkracht bij het begin van de les: “Neem een blad met hoofding en …”. Dat was de start van een schriftelijke ondervraging. En als ge zo geen blad had, dan kreegt ge automatisch een nul. Het gevolg was dat er altijd tumult ontstond bij het krijgen, lenen, wisselen en kopen van blaren met hoofding om tijdig aan de ondervraging te kunnen beginnen.
Het is speciaal dat Louis Paul Boon niet tssnoenens, tsavonds, tsanderendaags e.d.m. schreef, nochtans zeer frequent in zijn moedertaal.
In NL zeggen ze zatjes, dus eigenlijk feitelijk zou ik dit niet echt Vlaams noemen. Ge kunt eventueel wel argumenteren dat een VL bij woorden gelijk ‘zat’ twee opties heeft: zatjes (“zatsjes”) en zattekes, en dat die laatste de voorkeur geniet, maar het zou dan eerder als veralgemeend spraakkundig lemma moeten herwerkt worden. Anders moeten we voor alles de diminutieven beginnen oplijsten: hond – hondje(n) – hondeke(n) (n.b. niet verouderd maar perfect modern Waas), …
Het straffe is dat ik die voorbeeldzin niet meer terugvind via google. Ik zal hem weg doen uit de voorbeelden.
Die eerste voorbeeldzin is volgens mij geen Vlaams maar Nedersaksisch. Zou ook verklaren waarom het over Hengelo gaat. Ik denk ook dat de regio eerder oostelijk VL is, voor mij is dat gewoon ‘sjans’.
Een titel op vrt.be: “Een kleintje met mayo en een frikandel? Ook je bestelling in de frituur is tot 20 procent duurder geworden”
“Met mayo”, een paar decennia geleden was dat hier ondenkbaar. Enfin, taal evolueert, ook al komt het van over de grens aangewaaid. Een ramp is dat niet, zolang de frieten maar goed gebakken zijn ;)
Ook in WVL.
Daar is de uitspraak ’Gotseentje en Gotbewaorjoe
Welkom, Verpleegster Sofie, en merci voor de toevoeging. Ik heb er van den eerste keer nog een link naar het Dialectloket bijgezet, met een aantal taalkaarten en een uitgebreide uitleg over pijfers en pieten en andere paard- en fluiterij.
Welkom Bernard Hebbrecht. Die samentrekkingen gaan inderdaad soms heel ver: De Ch is het restant van ‘God zegene’, dan ‘en’, en dan worre voor ‘beware u’.
Blijkbaar circuleren er nog varianten in Gent, want Stefan Hertmans gebruikt het volgende in zijn boek Oorlog en terpentijn:
“Allereerst het woord ‘Gotsedewaddu’, een versnelde en verkorte uitspraak van ‘God zegene en beware u’. (…) Zowel de overgrootouders, de grootouders als de ouders van Stefan Hertmans gebruikten dit zinnetje voor het slapengaan of
op bange momenten, zoals het vertrek van Hertmans’ grootvader naar het front. Dit zinnetje werd vroeger in veel families gebruikt om extra bescherming te vragen aan God en ging meestal gepaard met het geven van een kruisje op iemands voorhoofd.”
(marijke-s-culturele-wereld.webnode.nl/literatuur/literaire-bouwstenen/oorlog-en-terpentijn)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
