Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Ik heb just nog een ander argument bedacht dat de stelling dat enkel de onderwerpsvorm correct zou zijn volledig onderuithaalt, en het is afhankelijk van ‘dat’: de uitdrukkingen “vergrotende trap + als/of/dan + onderwerpsvorm van persoonlijk voornaamwoord + werkwoord” en “vergrotende trap + als/of/dan + voorwerpsvorm van persoonlijk voornaamwoord (zonder werkwoord)” zijn twee totaal verschillende dingen. Ter verduidelijking, ge zegt:
“Ik zijn groter als da gij zijt.”
maar:
“Ik zijn groter als u.”
De eerste zin is nonsensicaal als ge de ‘da’ verwijdert, de tweede slaat echt absoluut nergens op als ge daar een ‘da’ in invoegt:
“Ik zijn groter als gij zijt.” → “In het geval dat gij zijt, zijn ekik groter.” → ?
“Ik zijn groter als da u.” → “Ik zijn groter als da mij wadde?” → ?
Nog een voorbeeld: doorwinterd. Het lijkt dus inderdaad om een algemeen fenomeen te gaan: het voorvoegsel ‘door-’ zorgt voor andere voltooid deelwoorden in NL dan in VL.
“In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd ‘doorwinterd’ herkend door:
62 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.”
“In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd ‘doorgewinterd’ herkend door:
99 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.”
Ik ken het niet. Wordt het ook in het enkelvoud gebruikt? En is het verwant of hetzelfde als deze krel?
Die ‘zu’ is trouwens ook duidelijk hetzelfste woord als ‘te’.
Blijkbaar zeggen ze in ‘t Luxemburgs ook ’de(n)’ vóór eigennamen, en niet alleen in familiare maar in álle contexten. Twee artikels van de Luxemburgse Wikipedia:
“Den Ernest, genannt Édouard (Ed) Juncker, gebuer den 30. Juli 1921 zu Dol, a gestuerwen den 20. Januar 1999 zu Ettelbréck, war e lëtzebuergesche Politiker (CSV).” (https://lb.wikipedia.org/wiki/%C3%89douard_Juncker)
“De Jean-Claude Juncker, gebuer den 9. Dezember 1954 zu Réiden, ass e lëtzebuergesche Politiker.” (https://lb.wikipedia.org/wiki/Jean-Claude_Juncker)
Grammaticaal vertoont het Luxemburgs precies ook in het algemeen nog verrassend veel overeenkomsten met ’t Vlaams (waarmee dat ik dus bedoel: dinges die in ’t Nederlands noch in ’t Duits voorkommen), en als ge efkes aan de spelling gewoon geraakt is het vrij vlot verstaanbaar.
Wat zeggen ze trouwens nog in dat eerste artikel?
“D’Stad Ettelbréck …” → Wij die dachten dat “tstad” Antwerpen was, blijkt het eigenlijk feitelijk een Luxemburgs dorp te zijn!
Hahaha, amai, ik moest hier toch efkes luidop lachen met “sjonnie’s en marina’s”. De situatie is de dag van vandaag wel een beetje verbeterd, althans in de gratis online VD: bij ‘marina’ staat ‘(België)’ en een doorverwijzing naar ‘anita’. Bij ‘anita’ staat dan de eigenlijke uitleg, maar óók ‘(Nederland)’, en een verder doorverwijzing naar ‘sjonnie’, waarbij eveneens ‘(Nederland)’ staat. ‘Johnny’ is echter nog altijd nergens te bespeuren, en bij ‘anita’ staat er geen doorverwijzing naar ‘marina’.
Ik heb nu al twee verschillende Oost-Vlamingen op tv ‘computer’ fonetisch weten uitspreken, misschien is die vervlaamste uitspraak dus algemeen Oost-Vlaams. Ook in West-Vlaanderen trouwens al gehoord, maar precies toch meestal wel (nog) ‘kompjoeter’.
“’t Vroos” en “’t He(e) gevrozen” worden bij mijn weten overal in Vlaanderen gezegd, dus lemma verbreed. ‘Vervriezen’ en ‘bevriezen’ worden in ’t West-Vlaams inderdaad niet op geheel dezelfste wijze onderscheiden als elders, maar ik heb het vverschil nog niet kunnen doorgronden.
Is een beetje verwant met ga(at) daarmee naar de(n) oorlog
Is dat beperkt tot de Westhoek? Ik meen al altijd/overal “da’s” of “is” gehoord te hebben, eventueel gevolgd door een ‘dan’, als het om prijzen in winkels gaat.
Ik ken de uitdrukking ook (weliswaar met ‘is’ of ‘ne keer’ tussen de ‘daar’ en de ‘mee’), maar ik denk dat het idee derachter misschien ook in NL gekend is, want Heleen Van Royen, een schrijfster van Amsterdam, heeft een boek getiteld “Je zal er maar mee getrouwd zijn”. Die uitdrukking komt zo te zien ook los van haar boek voor:
“wat een sexloze vrouwen, je zal er maar mee getrouwd zijn. je zal er maar mee getrouwd zijn.” (dumpert.nl)
“Je kan wat zeggen over het hoofd van die vrouw, maar heb je die man wel eens bekeken?!! Je zal er maar mee getrouwd zijn…” (waarmaarraar.nl)
“Tja, deze categorie mensen kennen we denk ik allemaal wel. Je zal er maar mee getrouwd zijn.” (wereldfietser.nl)
“Prima drama met een misselijke treiterende vent, je zal er maar mee getrouwd zijn” (moviemeter.nl)
het WNT kent ook deze zuidelijke betekenissen:
b. Tegen iets schermen, er tegen strijden. In zuidelijke dialecten.
Tegen den vaak schermen, HOEUFFT.
c. Over iets schermen, er veel drukte over maken. Gewestelijk in Z.-Ndl.
Dat em nog in z’n nief huis nie’ kan trekken, daar kan em geweldig over schermen, CORN.-VERVL.
d. Met iets sehermen, er zich op laten voorstaan, er mede geuren. Gewestelijk in Z.-Ndl.
Politiek maken, schermen met diskoersen, op meetings paradeeren is veel plezieriger, J. V. RIJSWIJCK Jr. 1, 139.
zie: http://gtb.ivdnt.org/iWDB/search?wdb=WNT&actie=article&uitvoer=HTML&id=M062545
Ik ben niet vertrouwd met deze betekenissen, dus als iemand zich geroepen voelt, ga uw gangen.
Aan de kust is het al vrij lang algemeen om vanalles dat kleiner is dan de spreker met een verkleinwoord te bestempelen. Nu ja, niet altijd kleiner, ge plant in uwen hof bijvoorbeeld “e boomtje” zelfs als het/hij al 3m hoog is. De onverkleinde vorm dient dan in feite de omgekeerde functie, t.t.z. een ‘vergrootwoord’.
“Sterk vereenvoudigd taalgebruik waarbij zinsdelen (…) verdwenen zijn”, dat klinkt eigenlijk toch wel verdacht gelijk Hollands. Zou Jerommeke uit het noorden afkomstig geweest zijn?
Het is meer verspreid dan W-Vlaanderen.
En in de terziele gegane stadsblog ‘gentblogt.be‘ stond er op 28 juni 2005 nog deze bevreemdende aanvulling op het verhaal: “De café van Gloria in de fik zien gaan, iedereen wist dat het voor de verzekeringen was want het hele personeel, de kok en madame pippi stonden al een halfuur voordien bij ons aan de toog zich te bezatten.” (persblog.be)
In de café van Guust kosten zich de speulers van Achel VV umklejen. (achelvv.be)
Links van ons huis was de café van Vlieghere en rechts de café van Vercruysse en van Tramasseur. (beernem.blog)
Het Paviljoentje” heeft een achterzaaltje en is de café van Daring Leuven (leuvencentraal.be)
Hun trouwfeest vond plaats in het zaaltje van de café van Charles Baeyens in de Nieuwstraat.(nieuwsblad.be)
Moeke Stanske Vermuyten en echtgenoot Florent Vermeylen openden de café op 1 oktober 1935 tot in januari 1966.(gva.be)
Prachtig biertje wel weinig te verkrijgen, ik heb er ooit gedronken in ne café op de grote markt in Kortrijk. (forum.mountainbike.be)
Lamme guiche es uk ne café op de steenweg .(iendracht.be – Aalst)
Net gezien dat ‘café’ in ’t West-Vlaams in feite ook mannelijk is, overal staat er “de café”:
https://vls.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:Caf%C3%A9
Met andere woorden is mijn vermoeden dat ‘de café’ door dat gereduceerd lidwoord onzijdig is geworden waarschijnlijk just – in de periferie heeft het zijn oorspronkelijk geslacht behouden, daarbuiten is “we gaan naar de café” geleidelijk aan vervormd tot “we gaan naar tcafé”, en is ‘het’ café van geslacht veranderd.
Trouwens merci voor de reacties re: order.
Ik gebruik pinnen heel dikwijls in combinatie met betaalkaart, maar dan wel enkel in deze zin: Als ge met bancontact wilt betalen moet ge met uw betaalkaart voor te pinnen komen. ;)
Ze zijn weer bezig, ze, bij De Standaard.
DS 13/08/19, “Betalen uit de losse pols”:
“Cash betalen bij de bakker is passé, maar misschien geldt dat binnenkort ook voor pinnen met de betaalkaart.”
“Bij een klassieke elektronische betaling in de winkel moet u uw bank- of kredietkaart in de betaalterminal steken en uw pincode invoeren. Pinnen, dus.”
Nouw jaa sjech, jeejtjemieneej. Als ze de neerbuigende toon van die stelling (“ge voert uw pincode in, dus noemt het ‘pinnen’” (en al de rest is fout)) niet zelf inzien, weet ik het ook niet meer.
Dan op het eind nog:
“Daarna is het simpel: u houdt uw smartwatch even tegen de terminal en betaald is Kees.”
Zijn die nu serieus of wat? Zou der één Hollandse gazet zijn die zou schrijven:
“Cash betalen bij de bakker is passé composé, maar misschien geldt dat binnenkort ook voor betalen met bancontact/uw bankkaart.”
Ik betwijfel het ten zeerste.
Mijn eerste gedacht was ook dat bij elk znw na een voorzetsel een lidwoord staat, maar ik heb ondertussen wel een tegenvoorbeeld gevonden: We verblijven aan zee.
Volgens de theorie in https://onzetaal.nl/uploads/nieuwsbrieven/m1711.pdf is ‘op tafel in de living’ een welbepaalde tafel die een lidwoord zou behoeven, dus dan zou dat het gereduceerde lidwoord kunnen zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.