Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Het woord is niet ver af van tatara (of tetere) dat zoveel betekent als het feest kan beginnen.
Tarara is zoveel als ‘ammehoela’ in NL (naar koning Amanoellah Khan die echt heeft bestaan lees ik net)
Zou tarara met 1 r beter zijn?
“ja, tarara” geeft wel meer resultaten op Google dan “ja, tarrara”.
"op zijn eigen" en "voor zijn eigen"
Er is volgens mij een betekenisverschil tussen “op zijn eigen” en “voor zijn eigen”.
“Werkt gij op uw eigen?” = werkt gij zonder de hulp of medewerking van iemand anders?
“Werkt gij voor uw eigen?” = werkt gij als zelfstandige, niet voor een baas dus.
Waarbij ik toegeef dat er allerlei varianten mogelijk zijn die afwijken van het onderscheid dat ik maak. Dat is nu eenmaal het verschil tussen een genormeerde eenheidstaal en een regionale taal die zich vrij ontwikkelt, met alle misverstanden die daaruit kunnen ontstaan. Beide taalsferen, de algemene en de regionale, hebben volgens mij bestaansrecht. Je moet alleen weten in welke sfeer je zit en je daaraan houden. Ik denk trouwens ook dat de grootste moeilijkheden veroorzaakt worden door de fonetische verschillen en niet door de lexicale varianten, want die zijn snel geleerd. Door in dit woordenboek te kijken, bijvoorbeeld.
De redenering van mij liep sowieso mank. Het is wel waar dat ge moeilijk een scheidbaar werkwoord kunt maken door een ‘voorzetsel’ toe te voegen aan een werkwoord op -eren (“optelefoneren”), maar die restrictie is er niet bij Engelse leenwoorden en al zeker niet als ze amper als zodanig herkenbaar zijn voor iemand die geen Engels kan. (Franse woorden hebben allerlei kenmerken die ze herkenbaar maken ook als ge niet veel Frans kunt: ongermaans klemtoon, meerdere lettergrepen in de stam, …)
dus de uitdrukking is eigenlijk dezelfde, maar het voornaamwoord verschilt?
zou “op” dan geen SN zijn, bedoelt ge, LG?
is er ook een niet-leenwoord hiervoor? in het zweeds is het gewoon een zelfdoelpunt (självmâl)
Seut = “trut” in de betekenis van “onbetekenende, onaantrekkelijke of zeurderige vrouw of meisje”, (VD); trut betekent op de eerste plaats “vrouwelijk schaamdeel”, kut, (VD). Seut betekent zeker niet “trut” in de betekenis van vrouwelijk geslachtsdeel.
Ik kwam op het woord omdat ik daarstraks op de radio de journalist van dienst over een ‘own doelpunt’ hoorde spreken. Over contaminatie gesproken :)
Het is ook een illustratie van de nogal drastische taalregel in het Nederlands dat ge zo’n samenstellingen aan elkaar moet schrijven. ’t Zijn woorden voor het groot dictee der liggende streepjes, zoals een paar jaar geleden no-goarea, dat als een vuil ziekte leest en qua betekenis er eigenlijk ook wel betrekking op kan hebben :)
de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek
koekeloeren ww. 1. ‘kijken’, 2. ‘kraaien van de haan’. Eerst bij Kiliaen kokeloeren, kokerolien‘een leven als een slak in zijn huisje leiden’, nnd.kukeluren ‘zitten uit te kijken’. — Er is reden uit te gaan van Kiliaen kokeloer, kokerol ‘slak’ en ‘een mens die het leven van een slak leidt’ (uit het Romaans? vgl. ital. chiocciola van lat. cochlea‘schelp’ Of bij fra. coquille ‘schelp’ van coque, dat in het normand. sedert de 15de eeuw een eetbare mossel betekent). Door de uitgang ontstond een associatie met loeren, waardoor de nadruk ging vallen op het ‘loerend zitten kijken’ (Heeroma Ts. 63, 1944, 25).Het woord voor het kraaien is natuurlijk een klankwoord om het geluid na te bootsen, vgl.kukeleku. Het vertoont een rijmverdubbeling evenals tureluren en tierelieren. H. J. van Lessen Ts. 61, 1942, 213-228 wil nu ook het andere koekeloeren zo opvatten en wel als een verbinding van koeken, vgl. nhd. gucken + loeren(gucken ‘kijken’, maar ook ‘kraaien’). Daarmee wordt de verbinding met kil. kokeloerdoorgesneden, want koekeloer ‘sukkel’ zou uitkoekeloeren afgeleid zijn. Niet aannemelijk. Bedenkelijk is ook de verklaring van de Tollenaere PBB 66, 1942, 345-350, die eveneens wil uitgaan van de bet. ‘kraaien van de haan’ en daaruit afleidt die van ‘in eenzaamheid met iets bezig zijn’, daar de haan ook graag alleen op een hoge plaats pleegt te kraaien.
N. van Wijk (1936 1912), Franck’s Etymologisch woordenboek der
“Taal evolueert op basis van fouten.” Goed gezien Marcus. Het is een basisprincipe van de evolutieleer. En het illustreert het organische aspect van de taal.
Als u – ‘mij’ dus – zegt dat ‘afprinten’ niet bestaat dan moet ik u – ‘mij’ dus – mededelen dat ‘afprinten’ al bijna 100.000 keer zwart op wit afgeprint staat op het wereldwijde web. En onder diegenen die afprinten afgeprint hebben zijn ook professionele taalgebruikers. Hoe bestaat u – ‘mij’ dus – het dan te zeggen dat het niet bestaat?
Zelfs het normerend woordenboek der Nederlandse taal, de Van Dale, erkent het bestaan van afprinten, zij het als spreektaal in Vlaanderen. Wilt u ons dan komen vertellen dat afprinten niet thuishoort in een Vlaams woordenboek?
veel nuances
Ik sta er altijd paf van hoeveel taalkundige variëteit er bestaat op een heel klein grondgebied. Uw variant “rond zijn staak kunnen” heb ik nooit gehoord, ook al ben ik zelf uit de Kempen. Wij noemden dat een beest “tuieren”, wat trouwens AN is.
Ik heb de uitdrukking altijd in verband gebracht met een hooistaak, omdat dit een soort “reserve” is, een “stock” dus. Hoe dan ook, de betekenis van beide varianten is dezelfde. En misschien is het maar goed dat dit allemaal neergeschreven wordt want ik denk dat de bewoners van dit land die geboren zijn na 1970 over het algemeen begrippen zoals “hooistaak” of “tuieren” niet meer kennen en er zich ook niet voor interesseren, wat trouwens hun goed recht is.
goed rond zijn staak kunnen
Bij ons(zuiderkempen)zegt men “goed rond zijn staak kunnen”
Schapen,geiten die aan een staak gebonden zijn om te grazen
kunnen goed eten als ze rond hun staak kunnen!
Ik denk niet aan een hooistaak!
Dan hoort ge ' t [is] van iemand anders
“Een contaminatie is een verhaspeling van twee begrippen; dat kunnen twee woorden zijn (zoals in verexcuseren, optelefoneren, overnieuw en opnoteren), maar ook bijvoorbeeld uitdrukkingen: ‘Dan vangen ze achter het net’ is een contaminatie van ‘achter het net vissen’ en ‘bot vangen’. Een ander bekend voorbeeld is ‘Dat kost duur’ – een contaminatie van ‘veel kosten’ en ‘duur zijn’. Als contaminaties veel gebruikt worden, kunnen ze algemeen geaccepteerd raken. Dat lijkt het geval te zijn met woorden als uitproberen en inschatten; deze werkwoorden hebben een eigen betekenis ontwikkeld naast proberen en schatten.” (Onze Taal)
voor zich uitkijken
In de Antwerpse Kempen is koekeloeren min of meer hetzelfde als geelogen, zo maar een een beetje voor zich uit zitten staren. “Wat zit ge daar te koekeloeren? Maak dat ge aan ’t werk zijt.”
Koekeloeren is een beetje voor je uit zitten te kijken.
Ik denk dat koekeloeren hier niet verdrinken betekent. Verdrinken is de titel van het gedicht. Ik heb het maar teruggedraaid naar de eerste versie.
Sorry Hamamelis, niet gezien dat jij dat er al in gezet had.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.