Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Marcus, kunnen we het niet enkel bij ‘just’ houden wabt als we van elke uitspraak nog een apart lemma moeten maken, dan gaan we geen plek meer overhouden om andere toffe inbrengingen te kunnen bewaren.
Trouwens, de Antwerpse variant staat in het lemma just.
Dank voor de aanpassing van het trefwoord.
vervolg
… de lucht zat vol fijn diamantstof wat de longen ernstig aantastte zodat de fysieke conditie van die mensen veel te wensen overliet en ze letter flauw vielen onder een zware zak. De vaste kost van de dokkers was paardsvlees, roggebrood en heel veel bier, de slijpers met hun zittend leven waren al tevreden met een stuk chocolade…vandaar.
slijpen
Dit liedje is niet zomaar een spotlied. Omdat diamant slijpen nu eenmaal zeer conjunctuurgebonden is waren er regelmatig inzinkingen en was het slijpen dan “gedaan”, dat wil zeggen, er was geen werk meer. Het enige dat er dan overschoot was gaan werken aan de haven of in de bouw, maar dat was voor de slijpers een bijna onbegonnen opdracht omdat het werk lichamelijk zeer slopend was: men zat heel de tijd, de lucht z
Heb van het lemma ’d’ijzers’ ‘de ijzers’ gemaakt omdat het niet linkte in het lemma ijzerenweg, ivm het afkappingsteken.
Van onzen Tijd, is een katholiek Nederlands tijdschrift ontstaan in het begin van de 20ste E.
Keveren is Bargoens voor slapen, maffen, pitten.
Vlaanderen: vgl keve, keef, kevie
Omdat ‘pitten’ in beide landsdelen gebruikt wordt, zal ik er Standaard Nederlands van maken. Zo is het lemma toch niet helemaal verloren.
@Marcus
Amai, nog nooit van gehoord? Wordt nochtans vaak gebruikt en denk dat iedere vlaming, geboren na 1970, dit begrip kent…
Een taal leeft en evolueert hé…
Pitten is inderdaad Hollands, dat wist ik niet eens :D
Limburgers praten idd vrij Hollands
nooit van mijn leven gehoord en “pitten” voor slapen lijkt me zuiver Hollands.
klaver dat langs de kant van de weg groeide
Nu is dat konijnenvoer bestoven met uitlaatgassen en overgoten met een oliesaus…
WNT:
Het begin van een (nieuw) kalenderjaar viel en valt nog niet bij alle volken en in alle landen op hetzelfde tijdstip; men weet dat b.v. het jaarbegin van de Joden en van de Mohammedanen van dat der Christenen verschilt. Maar ook de dag van het begin van ’t kalenderjaar der christelijke jaartelling verschilt naar tijden, volken en plaatsen; voor de gewesten van het tegenwoordige Nederland en Vlaamsch-België werd daarvoor de 1ste Januari vastgesteld bij placaat van 16 Juli 1575 (Vl. Placcaertb. 2, 727 vlg. (1575)). Verg. de aanhalingen en verder beneden over jaar(s)dagstijl (bij JAARDAG) en jaarstijl
WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).
WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).
WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).
WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).
Mmm, ’k weet niet. Mondmuziekstje, mondmuzuiektje, … In W-VL? Kastanjeoog?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.