Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande reacties zijn de laatst toegevoegde reacties op termen in ons woordenboek.
Ik dacht dat Ready het wel zou weten want hij is zeker van zijn stuk. Op zijn bron is het voorlopig nog wachten …
He lemma zelf is mokse en het voorbeeld spreekt over mokske, dat is al een beetje verwarrend.
Ik heb ChatGPT eens alle bronnen laten doorzoeken, niet alleen voor West-Vlaanderen, maar voor heel Vlaanderen en die vind niets, behalve … onderhavig lemma in het VW :)
Nu, dat wil nog niet zeggen dat het woord niet bestaat in deze betekenis, maar misschien moeten Gargamelius of hamamelis eens uitsluitsel of toelichting geven… Ik zal hen een berichtje sturen ;)
Ik heb al veel gezocht naar dat môkske, helaas zonder resultaat.
Hebt u een bron van dat West-Vlaamse môkske?
Iets dat mij al jaren opvalt, dat mensen absoluut niet doorhebben als ze het doen ondanks dat ze het iedere dag heel de dag door doen, en waar ik nu toevallig eens een schoon voorbeeld van tegenkom op VRT NWS: in het Vlaams wordt het onbeklemtoond persoonlijk voornaamwoord van de tweede persoon enkelvoud/meervoud, en de eerste persoon meervoud (!), in bepaalde gevallen weggelaten. In dit filmke hoort ge bijvoorbeeld de madam die geïnterviewd wordt duidelijk zeggen:
“Minder en minder water, minder en minder regen, dus ja… Kunnen hier veel bijleren he!”
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/kijk/2025/09/06/video-droogtetuin-leuven/?autoplay=true
De ‘we’ is zodanig krachtig onbeklemtoond dat ze alleen in gedachten nog aanwezig is, en zo is het Vlaams al goed op weg om een zgn. pro-droptaal te worden, een taal waarin ge het persoonlijk voornaamwoord in normaal taalgebruik moogt of zelfs moet laten vallen.
Wat ik nog niet helemaal snap is wanneer het wel of niet opvalt als ge het weglaat. Ik heb een vermoeden dat het iets met de beginletter van het werkwoord en met een zekere analogie tussen de persoonsvormen enkelvoud/meervoud te maken heeft, maar ik heb het nog niet grondig onderzocht.
Ik heb het eens aan AI gevraagd en die geeft – voor wat het waard is – volgende toelichting:
1. Het element -tist in woorden als Baptist, artist
Dit komt via het Frans (artiste, baptiste) uit het Latijn.
In het Latijn vinden we vormen als -ista (Grieks: -ιστής / -istēs) = iemand die een bepaalde praktijk of overtuiging volgt.
artista → “kunstenaar”
baptistēs → “doper”
Dus -tist is uiteindelijk Grieks van oorsprong (-istēs) en betekent “iemand die iets doet / beoefent”.
2. Het Italiaanse tizio
tizio betekent zoiets als “kerel, iemand, een zekere persoon”.
Het stamt uit de Latijnse eigennaam Titius. In juridische of retorische contexten werden Titius, Seius, Caio gebruikt als willekeurige voorbeeldpersonen (zoals wij Jan en Piet zeggen).
Vandaar kreeg tizio de algemene betekenis “een of andere vent”.
3. Vergelijking
-tist (van Grieks -istēs) en tizio (van Latijn Titius) hebben helemaal geen etymologische verwantschap.
De gelijkenis in klank (tist, tizio) is puur toevallig.
Ik vraag mij af of het Italiaanse woord tizio eigenlijk niet nauw verwant is met de Vlaamse tist? Tizio wordt gebruikt om een willekeurig persoon aan te duiden, vaak een onbekend iemand Gebruik in context: “Chi era quel tizio?” betekent “Wie was die kerel?”. “Questo tizio è un perdente” betekent “Deze vent is een looser”. «Fuori c’è un tizio che chiede di te.» “Er is iemand buiten die naar je vraagt.”
Tizio: Persona che non si identifica, a cui non si dà grande importanza; persona indeterminata
BETEKENIS: Een persoon die niet geïdentificeerd wordt, aan wie niet veel belang wordt gehecht; een onbepaald persoon.
Mvg, Longi
Het viel mij hier op dat het bijvoeglijk naamwoord achter het persoonlijk voornaamwoord staat. In landen om ons heen is dat niet ongebruikelijk (someone new, quelqu’un de nouveau) maar in het Vlaams-Nederlandse taalgebied komen zulke constructies – bij mijn weten – niet vaak voor.
Dank voor uw reactie.
Ah, dat verklaart waarom ik mij niet kan voorstellen dat ‘iemand nieuws’ in NL gezegd zou worden, ze gebruiken gewoon een andere constructie! En dankzij uw lemma ben ik ook dit artikel tegengekomen, waarin gesteld wordt dat het misschien niet zozeer ‘iemand nieuw(s)’ is dat specifiek in VL gebruikt wordt, maar dat het ‘een nieuw iemand’ is dat specifiek in NL gebruikt wordt:
https://neerlandistiek.nl/2012/07/iemand-nieuws-ontmoeten/
Intuïtief als niet-moedertaalspreker lijkt ‘iemand nieuw’ mij on-Nederlands. Beneden de grote rivieren kan ik het mij wel voorstellen.
Dit is gewoon een fonetische spelling van “zeêr”, dat in alle Vlaamse dialecten met een scherplange e wordt uitgesproken. Hoe die scherplange e exact klinkt is afhankelijk van dialect tot dialect, maar daarom is het nog geen ander woord. Ze wordt op dezelfde manier uitgesproken als in woorden als “eên”, “scheêf” of “geheêl”.
De meestvoorkomende varianten zijn, fonetisch geschreven alsof het ABN is:
- /zieër/ (bijna overal)
- /zeeër/ (eerder West-Vlaanderen) / /zèèr/ (Oostende)
Hetzelfde geldt voor de “powet” in de voorbeeldzin: daar gaat het om een fonetische spelling van “poôt”, dat in alle Vlaamse dialecten met een scherplange o wordt uitgesproken, en hoe die scherplange o exact klinkt is afhankelijk van dialect tot dialect, maar dat maakt het nog geen ander woord. Ze wordt op dezelfde manier uitgesproken als in woorden als “schoôn”, “broôd” of “boôm”.
De meestvoorkomende varianten zijn, fonetisch geschreven alsof het ABN is:
- /poeët/ (eerder ten oosten van de Schelde)
- /puët/ (eerder ten westen van de Schelde)
- /poët/ (eerder West-Vlaanderen)
Er zijn natuurlijk nog andere uitspraakfenomenen die de precieze invulling van een klank beïnvloeden, zoals de omliggende klinkers en medeklinkers, en die verschillen ook tussen dialectgroepen, maar fundamenteel is het hetzelfde foneem. Vergelijk het met de uitspraak van de ‘r’: het woord ‘tram’ klinkt heel anders in Gent, Antwerpen en Amsterdam, maar toch is het evident dat het om exact hetzelfde woord voor exact hetzelfde vervoersmiddel gaat, en /trrrrrram/ of /twem/ geen onverklaarbaar dialect zijn voor “tram” en geen eigen fonetische spelling nodig hebben.
“Wat is correct: vanop een afstand, vanaf een afstand of van een afstand?
Standaardtaal in het hele taalgebied zijn vanaf een afstand en van een afstand. Vanop een afstand is standaardtaal in België." (https://taaladvies.net/vanop-of-vanaf-een-afstand/)
Ze hadden natuurlijk ook kunnen zeggen dat ‘vanaf een afstand’ standaardtaal in Nederland was, maar dat doen ze niet, ondanks dat in België alleen (verdoken of open) grootnederlanders ‘vanaf een afstand’ zeggen, en dat rechtvaardigen ze door te verwijzen naar taaladviezen zoals dit. De vicieuze cirkel van de taalverbeteraar.
Maar bon, ne mens is al content dat het voor ons ‘standaardtaal’ mag zijn omdat zelfs de meeste taalverbeteraars niet doorhebben dat dat niet op die manier in Holland gezegd wordt.
Ik denk dat dit SN is, de bronnen anw, Van Dale, … vermelden het ongemarkeerd in deze betekenis en er zijn meer goegels in .NL dan .BE:
Richard Groenendijk herdenkt Corrie van Gorp: “Ze was nog heel vief” (nproradio2.nl)
Rita was een dametje dat er dan wel afgetakeld en oud uitzag, maar heel vief kon dansen. (theaterkrant.nl)
enz.
Wel vermeldt het vnw een andere betekenis van vief die Vlaams zou zijn: in België ook: onstuimig, lichtgeraakt
Maar in die betekenis ken ik het niet en vind er ook niet direct voorbeelden van. Iemand?
Ik zet bovenstaande vief tot nader order op SN.
Ik kwam er op via: https://www.nporadio1.nl/fragmenten/de-taalstaat/01988e9a-7f89-70da-952a-2bc72e4f44d8/2025-08-09-het-vergeetwoord-bladwijzer
Dus in NL blijkbaar een ‘vergeten woord’ terwijl het in Vlaanderen toch heel gangbaar is.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.