Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    stiel

    Dit is slechts 1 definitie voor "stiel." Bekijk alle definities.

    stiel
    (de ~ (m.), ~en)

    vak, beroep, specialisatie

    Typisch Vlaams: Belgisch-Nederlandse Standaardtaal; Gangbaarheid: 7; Vlaamsheid: 3

    Van Dale 2016: België, spreektaal

    vrttaal.net: verouderd Belgisch-Nederlands

    vgl. stielman, stielkennis, stielbederver, twaalf stielen, dertien ongelukken, stiel, er zijn ~ van maken

    ook in samenstellingen: bakkersstiel, beestenstiel, boerenstiel, hondenstiel, metsersstiel; schildersstiel, schrijversstiel

    Dat is mijne stiel niet zo, auto’s repareren.

    Christophe Lambrecht leerde de stiel aan zijn jonge collega’s: “Alles was wat ik geleerd heb was met Christophe aan mijn zijde” (hln.be)

    Partijvoorzitters houden laatste verkiezingsdebat: “Politiek is een harde stiel en er vallen al eens klappen”. (demorgen.be)

    Toiletdame zijn is een harde stiel | Byloo | Radio 1

    Teksten nalezen is ook een stiel.(Tim Pauwels – vrt.be)

    2 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door aliekens en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (06 Nov 2021 08:51)

    👍
    643

    Reacties

    Woordsoort: znw.(m.)

    Modern lemma: stiel
    znw. m. Hetzelfde woord als Stijl (zie ald., 2de art.).
    +?1. In het Zuiden algemeen voor: ambacht, bedrijf, vak, beroep (zie de idiotica).
    Om dat in zyn handtgewerck neerrynghe of style By tyden nyeuwicheyt es ghelegen, everaert 413 1530.
    Huuden, … de welcke … zo ghedroocht ende ghesloeten waeren, dat den hudevetters onmueghelick was die behoirlick te duer vettene naer den heesch van hueren style ende neeringhe, bij gailliard, Keure v. Hazebr. 4, 248 1569.
    Genesen is de styl ende conste van een medecyn, RAPAERT, Alm. bij de bo 1873.
    Ghy Roberecht Mergelaere … cordewaegcruyere van uwen style, bij cannaert, Bijdr. 58 (a°. 1588).
    Adriaen Wallaert lynenwevere van zynen style, hem gheneerende, by faucte van broodtwinninghe, ende omme eenichsins zyne huusvrauwe ende kinderen den cost te ghecryghen, met vercoopen van ghebrandden wyne, 160 (a°. 1591).
    Zullen in toe-comende geene andere Graenen mogen verbrouwen als Gerste, Boeckweyde ende Haver, alles op peyne van … te vervallen van hun Ambacht, ende van noyt meer binnen de Landen van onse gehoorsaemheyt te mogen exerceren den selven Stiel, Vl. Placcaertb. 3, 1313 1698.
    De andre, die van zijnen stiel Droogscheerder was, V. DUYSE, Vrol. 156. ”Ik kan toch geen advocaat pour civil et militaire aankondigen” … ”Dat weet ik wel, Mijnheer, zoo iets is goed voor onzen stiel. Een advocaat moet meer bescheiden handelen”, bergmann, Staas 134 1874.
    Voor de meeste boeren en voor de stedelingen al evenzeer, is de schilderkunst een weinig winstgevend stieltje, SEGERS, Kemp. Kunst. 140 1912. Nu echter gaat de stiel slecht, en ook sinds ik dat ongeluk gekregen heb aan mijne hand, kan ik zelf geene bezems meer binden, courtm.-berchm., Gesch. v.d. J. 13 1864.
    Over ’t algemeen moet de Vlaamsche dichter nog zijn stiel leeren, VERMEYLEN in Vlaanderen 2, 91.
    Door den heer C., die den benijdenswaardigen stiel van … rentenier uitoefent, Het Volksbelang v. 10 Febr. 1936, 1 a.
    ?— Soms met beperking tot handenarbeid.
    Zijn vader wil in zijne koppigheid hebben, dat mijn Victor een ezel is, en dat het beter ware hem eenen stiel te leeren; — maar ik zal wel maken, dat hij ten minste pastoor of advocaat wordt, consc. 1, 174 a ed. 1867.
    ?— Iemand van stiel, een man van het vak.
    De kruin was te onbereikbaar, alsdat iemand, tenzij een snoeier van stiel (beroep), er zich op zou durven wagen, loveling, Idon. 65 1891.
    Daar de kasseiing niet door mannen van stiel werd gedaan, legden de werklieden de bedding schromelijk oneffen, segers, Kemp. Wer. 32 1917.
    — Een jongen op stiel doen of zetten, hem een handwerk laten leeren (SCHUERM. 1865-1870; CORN.-VERVL.)
    — Een stiel van iets maken, er een gewoonte van maken (TEIRL., Z.-O. Vl.).
    2. Voor andere toepassingen zie STIJL.

    Toegevoegd door Grytolle op 29 Feb 2008 00:22

    De labels van Van Dale en vrttaal.net zitten er weer rats naast. Spreektaal? Verouderd? Ik ga een klacht indienen bij de vrt ombudsman Tim Pauwels ;)

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 23 Nov 2020 06:50

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.