Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    hand

    Dit is slechts 1 definitie voor "hand." Bekijk alle definities.

    hand
    (het ~, de ~en)

    (SN ‘de hand’)

    Aanleiding tot deze toevoeging was onderstaand citaat uit deredactie.be (2 juli 2013):

    Iris Grace Halmshaw (3) danst graag op haar tenen en ze geniet van water, bomen en wind. Voorts houdt ze graag dingen vast, bij voorkeur in haar rechterhand. Wanneer ze in datzelfde hand een penseel vasthoudt, is ze tot wonderbaarlijke dingen in staat.

    5 reactie(s)
    Toegevoegd door petrik (07 Jul 2021 07:16)

    👍
    244

    Reacties

    dat hand

    Het afwijkende geslacht van ‘hand’ was mij jaren geleden al opgevallen bij mijn kinderen (we wonen in het Leuvense), die brachten het gewoon mee van de school (de speelplaats, om precies te zijn – enfin, dat hoop ik toch! ;-)). Zelf ben ik uit Limburg, daar zegt men ‘de’, dus die afwijkende vorm viel meteen op. Naar ik verneem, zegt men ook “’t hand” in het Ninoofse, maar hoe wijd verspreid dit gebruik is, weet ik niet. Ik hou het maar op Vlaams Brabant, al vermoed ik dat men ook in het Antwerpse ‘het’ bezigt bij ‘hand’.
    In Limburg zijn ‘de boek’ en ‘de venster’ vrij algemeen (ne schone boek; gooi dat aan de venster uit).

    Toegevoegd door petrik op 02 Jul 2013 13:58

    Al zeker in het zuidwestelijke hoekje van Oost-Vlaanderen komt het eveneens als ‘het hand’ voor. Ik heb op de lagere school geleerd om ‘de hand’ te zeggen, hetgeen mij onnatuurlijk overkwam, vermits allen in mijn omgeving steevast ‘het hand’ zegden. Het zou ook wel in het Gentse kunnen voorkomen.
    Hetzelfde geldt voor ‘deken’. Ik zei als kind altijd ‘dat deken’, en toen ik leerde dat er ook zo’n kerkman bestond die men ‘deken’ noemde, ging ik ervan uit dat ‘de deken’ de priester was en ‘het deken’ de saars voor op mijn bed. Het heeft dan nog een paar jaar geduurd vooraleer ik ervoer dat ‘het deken’ omzeggens ‘niet bestond’ in het Nederlands.

    Toegevoegd door Rodomontade op 02 Jul 2013 14:24

    In ‘t Antwerpse kunt ge die het wel min of meer horen in:
    Wat is er aan ’t hand of aan d’hand? (dat kan hier variëren)
    Of iets in ‘t hand of in d’hand krijgen.

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 02 Jul 2013 22:36

    hand

    - je moet kordater zijn want op de duur heb je dat allemmaal niet meer in ’d hand ( WVL)

    Toegevoegd door Kastanjeoog op 22 Sep 2013 15:55

    tja, in de Kempen kan het wel eens uit ‘t hand / d’ hand lopen.

    Toegevoegd door fansy op 22 Sep 2013 20:31

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.