Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schaper
In mijn (Haspengouws) dialect is het meervoud van “sjaop > sjaoper” (wij zeggen sj voor sch). Het Nederlands typewoord is m.i. schap(raai), vandaar mijn lemma op -p. Maar dat er variatie is in onze Vlaamse dialecten, dat staat buiten kijf!
Als “ie neffe” in dit woordenboek mag, waarom dan ook niet “aaj nèève”, “hiej neffest” …?
Nee, liever dan alle mogelijke dialectvarianten van een uitdrukking te attesteren, zou ik de Vlaamse type-uitdrukking opnemen: “hier neffe(n)s” en “hier neven”.
Wat vinden jullie?
Ik pleit ervoor om “Standaard Nederlands” bij dit woord te vervangen door “Gans Vlaanderen”. AN is enkel “speculaas”, niet “speculoos” (in Vlaanderen gebruikelijk onder invloed van het Frans “spéculo(o)s”).
Verouderd in AN, maar nog springlevend in sommige Vlaamse dialecten is de variant “speculatie” (o.a. in Zuid-Limburg: “spikkelaose”).
Bekend in “Gans Vlaanderen”? – daar heb ik mijn twijfels bij. Wat betekent “zjo”?
Bovendien heb ik de ervaring dat veel Vlamingen de genitief-s bij het adjectief na “iets” weglaten: iets goed, iets lekker, iets deftig.
Ik ben wel niet van Antwerpen, maar “boodschapper zijn” lijkt mij niet zo’n gelukkige definitie voor “kommiesje”. Of anders moet je het lemma veranderen in “kommiesjes doen”. In Limburg (en waarschijnlijk ook elders) zegt men “kommisses doen”:
“En onze Jef zal voor ons geen kommisses niet meer doen …” (bij heengaan van een kompaan, vooral schertsend)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.