Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
eender wat, om het even wat, wat dan ook
Zo ook: gelijk hoe, gelijk wanneer, gelijk waar …
vgl. gelijk wie, gelijk welke
Op het internet kan je gelijk wat vertellen over eender wie. En ondertussen je eigen identiteit verbergen. Beetje laf, toch.
om het even wie, eender wie, onverschillig wie, wie…ook, wat…ook
Combinaties met gelijk behoren volgens de ANS tot het regionale taalgebruik.
vgl.: gelijk welke
Gelijk wie er komt, doe vooral niet open.
Wie er ook komt, doe vooral niet open. (Standaardnederlands)
(terug)kaatsen, stuiteren
Meester meester, mijnen bal bot nie! Ma’k er nen andere pakken?
e maandag, ’n dinsdag, e woensdag, ’n donderdag, e vrijdag, e zaterdag, e zondag
voor de weekdagen met een d wordt dit eventueel: en, een, ’n : en dinsdag, ’n donderdag, …
In tegenstelling tot e voor het onbepaald lidwoord ‘een’, gaat het hier over ‘de’, ‘deze’
Zijn er behalve de weekdagen nog andere toepassingen van ‘e’ voor het bepaald lidwoord?
buiten Antwerpen, zie de maandag, dinsdag, …
Hij gaat ’n donderdag naar het concert van Adamo. (de donderdag, deze/die donderdag, volgende donderdag)
E woensdag komen ze de stenen leveren. (De woensdag, volgende woensdag, …)
Ik ben e vrijdag naar het shopping geweest. (de vrijdag, laatste vrijdag)
maandag/dinsdag/…
dagen zijn mannelijk, dus wordt ‘de’ verbogen: de maandag, den dinsdag, de woensdag, den donderdag, de vrijdag, de zaterdag en de zondag
in Antwerpen, zie e (weekdag)
Ze gaat den dinsdag vertrekken en de zaterdag terugkomen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.