Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een stokje van kaliche, zoethout.
Dit werd verkocht als snoep en het diende om op te zabberen en te bijten, waaruit dan het kalichesap loskwam. Als het sap uit het houtje weg is, dan blijven er alleen maar gele vezels over.
zie ook kalissenhout, kalisjenhout, klishout, kalissenaat
De moeder kocht voor haar kind een kalichehoutje als snoepgoed.
zoethout
Zie ook: kalichehout, kalisjenhout, klishout
< Fr.: réglisse
Bèèrs dialect: ‘z(eu)n klissiehawt was hi(eu)lemaal afgezabberd (afzabberen)’
Ik drink graag een kopje kalissenhoutthee en als kind vond ik het plezant om op een takje kalissenhout te knabbelen.
zijn stokje kalissenhout was helemaal afgeknabbeld en uitgezogen (1001,14 dec 2012)
zoethout
Fr. réglisse
Zie ook: kalichehout, kalisjenhout, kalissenhout
Vgl. kalisie-, kalliesje-, kliswater enz.
Met een stukske klishout waart ge als kind toch wel een paar uren zoet.
zoethout
Bèèrs dialect: ‘z(eu)n klissiehawt was hi(eu)lemaal afgezabberd (afzabberen)’
Ik drink graag een kopje kalissenhoutthee en als kind vond ik het plezant om op een takje kalissenhout te knabbelen.
zijn stokje kalissenhout was helemaal afgeknabbeld en uitgezogen (1001,14 dec 2012)
zoethout
Bèèrs dialect: ‘z(eu)n klissiehawt was hi(eu)lemaal afgezabberd (afzabberen)’
Ik drink graag een kopje kalissenhoutthee en als kind vond ik het plezant om op een takje kalissenhout te knabbelen.
zijn stokje kalissehout was helemaal afgeknabbeld en uitgezogen (1001,14 dec 2012)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.