Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. dik, stevig, snel groeiend (algemeen)
2. sterk (algemeen)
3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
4. knap, verstandig (informeel)
VD online: Belgisch-Nederlands
1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.
2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden. (K. Norel)
3. Jerommeke en John Massis, zaliger, zijn straffe kerels.
In ‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.
4. Onze Kevin is altijd straf in Wiskunde geweest.
1. dik, stevig, snel groeiend (algemeen)
2. sterk (algemeen)
3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
4. knap, verstandig (informeel)
VD online: Belgisch-Nederlands
1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.
2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden. (K. Norel)
3. Jerommeke en John Massis, zaliger, zijn straffe kerels.
‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.
4. Onze Kevin is altijd straf in Wiskunde geweest.
1. dik, stevig, snel groeiend (algemeen)
2. sterk (niet algemeen)
3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
4. knap, verstandig (informeel)
VD online: Belgisch-Nederlands
1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.
2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden. (K. Norel)
3. Jerommeke en John Massis, zaliger, zijn straffe kerels.
‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.
4. Onze Kevin is altijd straf in Wiskunde geweest.
1. dik, stevig, snel groeiend (algemeen)
2. sterk (niet algemeen)
3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
4. knap, verstandig (informeel)
VD online; Belgisch-Nederlands
1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.
2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden. (K. Norel)
3. Jerommeke en John Massis, zaliger, zijn straffe kerels.
‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.
4. Onze Kevin is altijd straf in Wiskunde geweest.
1. dik, stevig, snel groeiend (algemeen)
2. sterk (niet algemeen)
3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
4. knap, verstandig (informeel)
VD online; Belgisch-Nederlands
1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.
2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden.
3. Jerommeke en John Massis, zaliger, zijn straffe kerels.
‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.
4. Onze Kevin is altijd straf in Wiskunde geweest.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.