Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kikker
Zie ook kikvors en puit
Uitspraak: (veus) of (ves), al naargelang de streek (ontronding)
Die smerige veussen in ozzen hof moake de godgansige nacht laweit.
(Die stomme kikkers in de tuin maken de godganse nacht lawaai.)
éclair, langwerpig gebakje van soezenbeslag, gevuld met banketbakkersroom en bestreken met chocolade
Ik heb bij de bakker twee sjoekes en een carré konfituurke gekocht
bundel, bos
ook in Antw.
Den hovenier uit de buurt geeft ons dikwijls verniet een paar bussels prei mee.
stomme lut
dom iemand,
uitdrukking van zelfbeklag
Brugs: lutte
lut (vrouwspersoon? lutgard/t) Ruth? (= domme vrouw die in een zoutzuil veranderde, toen ze omkeek)
m(o)l(e)n(aa)r 4 mdkl. die wel eens verwisseld worden in verbasteringen.
Als mijn moeder tegen zichzelf zei dat ze een ‘stomme lut’ was, was ze vergeten dat ze al zout in de soep had gedaan, op het ogenblik dat ze zout in de soep deed.
1. een vrouw, bvb: een dikke machoefel, een “lui machoefel”, een “vuil machoefel”.
2. het kan ook “ne nummero” zijn (een nummer) of een “raar machoefel”
3. koosnaam voor een meisje
Zie die machoefel daar eens lopen. Zweten dat ze doet bij dit warm weer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.