Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
uw (van u)
deze vorm komt van uw, dat gediftongeerd werd tot ouw (de Brabantse vorm) wat in Antwerpen weer monoftongeerd is tot een aa-klank
Dat zijn a woorden. Dat hebt gij gezegd.
(wollen) trui
herkomst: Fr. vareuse=ruim vest < varer, dialectische vorm van garer=beschermen
Er zullen wel heel wat spellingsvarianten van Gigippeke van Meulebeik haar verruis bestaan.
In Haspengouw zegt men vooral “vreus”.
kledingstuk
vareuse
Gigippeke , gigippeke va Meulebeik , dei bree vé ma een verreus.
Fr. la malchance
pech
Ik heb niks dan malchance met mijne nieuwen auto.
heks
herkomst: mogelijk van het Franse maquerelle=bordeelhoudster, mann. maquereau=pooier < Middelned. makelare
In Antwerpen is een makrel een bordeelhoudster en de pejoratieve benaming van een oude vrouw, een “ouw makrel”.
De associatie van een bordeelhoudster met een oude vrouw heeft misschien te maken met het feit dat bordeelhoudsters op leeftijd waren, te oud om het beroep zelf nog uit te oefenen.
Een ouw makral.
De makral zit t’rop. (als iets maar niet wil lukken)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.