Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
elk van de delen die het achterwerk vormen
Ned.: bil
In Turnhout hoorde ik vroeger: gattekaak
vgl.: gatsekaak
WNT:
3. Overdrachtelijk, in scherts.
‘De kaken van iemands gat, zijn billen. Verg. hd. hinterbacken.
“De kake va’ mij’ gat (doen) zeere", Teirlinck Z. Oostvl. Idioticon
Die pijnscheuten trekken van zijn rug tot in de rechterkaak van zijn gat.
bierkaartje om een glas op te zetten (SN: bierviltje)
Zijn hier geen onderleggerkes?
Vraag van een Hollander in een Belgisch café: Kan ik een bierviltje onder mijn glas krijgen aub? Nee meneer niet voor Hollanders!
Waarom niet?
Die denken dat het een koekje is.
Bulderend gelach waarna alsnog een ‘onderleggerke’.
ladderzat, strontzat, stomdronken, straalbezopen, poepeloere
Van Dale: zo dronken als een snip
Zijne maat kwam gistere zo zat als een snep thuis en van zattigheid heeft ‘m in z’n broek gedaan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.