Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iem. niet hoog schatten, een lage dunk hebben van iem.
(ook) het niet hoog ophebben (met iem.)
Maar met al die poenscheppers aan het beleid, is het niet verwonderlijk dat héél het voetbalwereldje de bond eerder laag opheeft.
Sander is een gewone schoolknaap, die het niet hoog opheeft met gym en met de achterwaartse salto. “Waarvoor heb ik die in het leven nodig?” is zijn repliek.
vogel met het gekende suskewiet-lied
De botvink in vlaanderen zingt op het einde suskewiet, in Wallonië niet. Waarom dat weet ik niet.
benaming voor zowel de vink, als zijn zang (aan het eind van elke reguliere vinkenslag lijk je wel het woordje “suskewiet” te horen, althans in onze streken)
zie ook: botvink
In Vlaanderen wordt zowel de vink zelf als zijn liedje ook wel “suskewiet” genoemd. (www.allevogels.nl)
(in Nederland zegt men) in een goed/kwaad blaadje staan bij iemand
Zorg dat ge op een goed blaadje staat bij de baas. Als hij of zij niet aan uw kant staat, kunt ge het wel vergeten.
Die pipo’s van de post staan tegenwoordig op een slecht blaadje bij mij.
relatie met wisselend karakter
SN: aan-uitrelatie.
De twee hadden al jaren lang een ‘knipperlichtrelatie’.
Achterkrant, Belang van Limburg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.