Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ambeteren
Stopt najis me die mensen te ‘traiteren’.
Die kleine is nen echten traiter.
taart
< (Fr.) tourte < volkslatijn torta panis (rond brood – pain tordu)
ook in het Waasland
Moe heeft een toert gebakken.
beurt
→ Fr. c’est à mon tour
ook: om toer = om beurt. In pingpong moogt ge om toer opgeven.
(Belgisch-Nederlands, spreektaal) beurt •op toer
om de beurt, om beurten •ieder kreeg zijn toer
Nu is het mijnen toer om bellekentrek te doen.
Geen ruzie maken, mannekes. Ge moogt ieder op toer met die pop spelen.
kabelbaan, stoeltjeslift
< Fr.: téléphérique
We kunnen de telefriek nemen om boven op de berg te geraken.
“Van de noen”
Vandaag rond de middag (meestal bedoelt men hiermee de periode van 12:00u tot 13:00u. Daarna begint de nachtenoen.
Wa ette gij tenoen?
(Wat eet jij vanmiddag?)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.