Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    tjulders

    bij jullie

    zie ook: tulders
    Antw.: ba-j olle

    De barbeque was vorig jaar tjulders. Dit jaar zal het bij ons plaats vinden.

    (Antw.) Dem BBQ was veureg joar ba-j olle. Dees joar komde ba-j ongs.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door de Bon op 21 Apr 2012 14:20
    1 reactie(s)

    tjeppe

    slungel

    vgl. teppe

    ’t is toch nen tjeppe, hé

    Regio onbekend
    Bewerking door de Bon op 21 Apr 2012 14:18
    1 reactie(s)

    kaloot
    (de ~ (v.), -en)

    een katholiek, bij uitbreiding een christen-democraat

    Afkomstig van het Franse calotte. Een (even pejoratief) synoniem is tjeef.

    < kalot: (1677) <Fr. calotte
    (vaak verkleinv.) mutsje dat r.-k. bisschoppen, vroeger ook priesters, op de kruin dragen
    (vandaar, gewestelijk, verouderd) spotnaam voor klerikaal
    (in ’t mv.) de partij der klerikalen (Van Dale 2005)

    De kaloten hebben de verkiezingen gewonnen.
    À bas la calotte!
    Hij die ’t licht niet kan verdragen der Geen Taalse zon,
    hij weze een kaloot of een bekrompen franskiljon.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 Apr 2012 14:16
    2 reactie(s)

    -terre
    (suffix)

    (achtervoegsel dat tegenwoordig deelwoord v.e. werkwoord aangeeft) al -end

    Grinsenterre goenk ze thérres (al wenend ging zij naar huis)
    Stonnenterre èète (staande eten)
    Fleetenterre begoster on de lèste stravel te graove (al fluitend begon hij te graven aan het laatste perceel)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 21 Apr 2012 14:10
    0 reactie(s)

    paretten, van zijn ~ geven

    WNT:
    PARETTE, znw. vr., mv. -ten. Daarnaast pret(te) Een in Z.-Nederl., meestal in het mv. voorkomend woord, dat waarschijnlijk één is met Pret en verwant met Part en Prat

    1. Pralerij, snoevende manier van doen. Verg. bij Kiliaan: ”pratte, parte. Arrogantia, audax facinus”.
    Hij maakt veel p(a)retten, De Bo (1873).
    Wie heeft er u geleerd van al die paretten te maken? Joos (1900-1904).

    2. Part, gril, kuur.
    Zijn paretten spelen, Corn.-Vervl. (en Schuerm. (1865-1870)).
    Ze heeft vandaag heur paretten gehad, Joos (1900-1904).

    3. Aardig voorval, ongeval, ”spel”. In de verbinding: paretten hebben.
    De voerman had paretten mee ze’ pèèrd, het begost te springen en te steigeren, Corn.-Vervl.
    Ik heb daar gisteren op de groote baan een paretje gehad, er vroeg mij een gewapende man naar toebakgeld, Joos (1900-1904).

    Samenst. Parettemaker, windmaker, beslagmaker (De Bo (1873); Joos (1900-1904)). WNT
    vgl. Gent: perrewettenmaker, bij perrewetten maken

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 21 Apr 2012 14:08
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.