Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
of stute
boterham
‘s Morgens (s’nuchtens) een stutte met confituurmoes en ‘s namiddags (’s achternoens) een stutte met hesp.
Berlijnse bol in gefritureerd deeg van buiten gesuikerd en van binnen met confituur gevuld , identiek aan Boule de Berlin, maar na WO I probeerde men het woord Berlijn en alles wat met de Duitse Keizer Willem I in verband werd gebracht te bannen.
Vroeger zag je op het strand heel veel venters boule de l’ysers verkopen.
persen
Ge hebt te veel confituur op uw boterham gesmeerd, het prest er langs alle kanten uit.
Als het hooi droog is, ga ik een stropresse laten komen.
braambes
ook: bambranzen, barrebanzen
Van bambranzen kan je lekker confituur maken.
rode bessen
Wie vroeger een tuin had en nu nog trouwens had zwinbeier struiken, waarvan men confituur van maakte.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.