Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mannelijk konijn
letterlijk: konijnenbok
Kijk eens naar die keunebuk!
kniestoot op de dij
konijnenbil
Een keunebille doet enorm veel zeer en geeft ferme blauwe plekken!
Deze middag eten we konijn, en de keunebille is voor mij.
kip, kieken
ook in de Antw. Kempen
Die kiek is van haar stok gevallen.
pimpelmees
WNT: (…) de pimpelmees, in Z.-N. geheeten keesmees (Schuerm. (1865-1870)), waarnaast kezemees in W.-Vl. (”Hij is zoo zot als ’n kezemees”, Loquela (1888)).
In de winter hang ik altijd van die vetbollen voor de vogeltjes buiten. En dan zie je koolmeesjes, keismussen, roodborstjes, mussen en soms een botvink komen smullen.
koolmees
vgl.: keesmuske
Als het koud is komen de kijzemiekes dicht aan huis.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.