Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dood, overleden
vgl. hemelen; hond, hij is de ~ gaan eten geven
buik, gras op zijn, haar ~ hebben; haar, met zijn ~ zijn
Grampeir ès hiemele – bij Zjeezeke èn de kos (grootvader is gestorven, (gemeenz.) heeft nu een tuintje op zijn buik)- is met zijn haar.
hij is dood, gestorven
regio Meetjesland
zie ook buik, gras op zijn, haar ~ hebben
Heb je Paul onlangs nog gezien?
Weet je dat dan niet? Hij is den hond gaan eten geven.
Weet je dat dan niet? Hij is dood.
< kommies (commis) + hesp. Waarschijnlijk ontstaan als spottende benaming: de kommiezen (ambtenaren/soldaten) kregen zelden vlees (hesp) bij hun brood, maar wel een stuk peperkoek
zie ook: kemies
Na de wandeling genoten de kindjes van een aantal schellen kommiezenhepse.
douanier
zie ook kommiezenheps
< commis
Vroeger stonden de kemiezen aan de grens. Toen werd er nog al wat afgesmokkeld.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.