Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lett.: klompenmaker, fig.: dommerik
Antwerpen: ne kloefkapper
Ant. Kempen: ne kloefkaffer
< kloefe + kappen
Bron: WNT: http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M033895&lemmodern=kloef
Is me die een kloefekapper! Hij is te dwaas om hooi te eten.
houten schoen of klomp
Antwerpen-stad: blok
Antwerpse Kempen: (ook) kloon
Hageland: olleblok, kloenk
Limburg: holleblok
West-Vlaanderen: kloefe
Bron: WNT: Eig. Houten schoen, klomp, holsblok. Inzonderheid in Vlaand. en Antw. in gebruik, in ’t laatste met minachtende of spottende bijgedachte voor een ruwen, lompen klomp.
Doe uw kloefen aan voor je in de stal gaat.
veldmuisje
Van Dale: dol
(1823) geopperd is dat de benaming van het bn. dol, stamt, omdat men meende, dat de beet giftig was
(gewestelijk) spitsmuis
Wat is dat toch met die vrouwen dat die al op de loop schieten voor zo’n piepklein dolleke?
zeker snoepgoed (soort drop)
gehoord in Limburgs, Brabants (Antwerpen, Vlaams-Brabant); ook elders?
etymologie onduidelijk: afgeleid van Fr. gingembre? (In het Brusselse hoorde ik “zjinzjipkes”.)
zie ook jejipke
Een geef voor de kinders nog een half pond snoepkes: Belga’s, kliskes, zjipkes, zuurkes, nestels …
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.