Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    perrewetten maken

    gesticuleren, overdreven gebruik van lichaamstaal

    vgl. paretten, van zijn ~ geven, perette geven

    daarvan afgeleid: perrewettenmaaker (ster)

    Regio Gent
    Bewerking door de Bon op 29 Mar 2012 15:15
    0 reactie(s)

    paretten, van zijn ~ geven
    (Uitdrukking)

    hard werken, hard lopen, zijn best doen
    vgl.: perette geven, perrewetten maken

    ‘Hij vertrekt. Hij gaat ervan door. Ziet hem van zijn paretten geven’

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 29 Mar 2012 15:14
    0 reactie(s)

    paretten, van zijn ~ geven

    WNT:
    PARETTE, znw. vr., mv. -ten. Daarnaast pret(te) Een in Z.-Nederl., meestal in het mv. voorkomend woord, dat waarschijnlijk één is met Pret en verwant met Part en Prat

    1. Pralerij, snoevende manier van doen. Verg. bij Kiliaan: ”pratte, parte. Arrogantia, audax facinus”.
    Hij maakt veel p(a)retten, De Bo (1873).
    Wie heeft er u geleerd van al die paretten te maken? Joos (1900-1904).

    2. Part, gril, kuur.
    Zijn paretten spelen, Corn.-Vervl. (en Schuerm. (1865-1870)).
    Ze heeft vandaag heur paretten gehad, Joos (1900-1904).

    3. Aardig voorval, ongeval, ”spel”. In de verbinding: paretten hebben.
    De voerman had paretten mee ze’ pèèrd, het begost te springen en te steigeren, Corn.-Vervl.
    Ik heb daar gisteren op de groote baan een paretje gehad, er vroeg mij een gewapende man naar toebakgeld, Joos (1900-1904).

    Samenst. Parettemaker, windmaker, beslagmaker (De Bo (1873); Joos (1900-1904)). WNT
    vgl. Gent: perrewettenmaker, bij perrewetten maken

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 Mar 2012 15:11
    2 reactie(s)

    paretten, van zijn ~ geven

    WNT:
    PARETTE, znw. vr., mv. -ten. Daarnaast pret(te) Een in Z.-Nederl., meestal in het mv. voorkomend woord, dat waarschijnlijk één is met Pret en verwant met Part en Prat

    1. Pralerij, snoevende manier van doen. Verg. bij Kiliaan: ”pratte, parte. Arrogantia, audax facinus”.
    Hij maakt veel p(a)retten, De Bo (1873).
    Wie heeft er u geleerd van al die paretten te maken? Joos (1900-1904).

    2. Part, gril, kuur.
    Zijn paretten spelen, Corn.-Vervl. (en Schuerm. (1865-1870)).
    Ze heeft vandaag heur paretten gehad, Joos (1900-1904).

    3. Aardig voorval, ongeval, ”spel”. In de verbinding: paretten hebben.
    De voerman had paretten mee ze’ pèèrd, het begost te springen en te steigeren, Corn.-Vervl.
    Ik heb daar gisteren op de groote baan een paretje gehad, er vroeg mij een gewapende man naar toebakgeld, Joos (1900-1904).

    Samenst. Parettemaker, windmaker, beslagmaker (De Bo (1873); Joos (1900-1904)).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 Mar 2012 15:06
    2 reactie(s)

    opgemaakt spel

    doorgestoken kaart, op voorhand bedisseld, op voorhand beraamde zaak

    Ze wisten oemmes op voorhand wie er ging winnen: dat was allemaal opgemaakt spel.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 Mar 2012 14:40
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.