Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
handvol
Maasland: hampel
Oost-Vl.: affel
Waasland: hafeltje
Ik zal de schapen maar rap een hamfel hooi geven, want ze zijn aan’t mekkeren.
Geeft mij eens een hamfel beullekes (snoepjes)
handvol, zoveel als in een hand past
’k Ging nor den bogaerd en kwam mee een affel noten trug
Een handjevol of een hoopje. Meestal uitgesproken als hafelke.
Voor den TV eet ik graag nog een hafelke apenootjes of chips.
- een huishouden waar niet de minste orde is
- door elkaar
- Het ligt daar toch altijd wiesterkapeele.
- Ik had mijn puzzel bijna klaar en nu heb jij ze weer allemaal door elkaar geschoven. Ze liggen nu weer allemaal wiesterkapeele.
weg, gaan lopen, de pist in zijn
vgl. repen snijen
Mijne porteful? Ze zijn de voor op dermee, die zie ik nie meer terug.
Zogauw hij door had dat wij zijn spelleke niet wilden meespelen, draaide hij zijn vaase (vas) en was hij de voor op.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
