Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lef hebben
< Fr. avoir du toupet = lef hebben
In de XVIde eeuw waren er huurmoordenaars (bravi) die handelden voor edellieden. Tijdens hun misdaden trokken ze een lok van een lange toupet over hun gezicht om niet herkend te worden. Ze werden beschouwd als onverschrokken, vanwaar de uitdrukking.
De Gust heeft toepet. Gisteren ging hij, met zijn motorhelm op, dronken de weg vragen in een politiekantoor.
dag waarop men talrijke kleine en grote werven kan bezoeken, bv. een scheepswerf, de renovatie van een museum, de bouwfasen van windturbinefunderingen, de bouw van lage-energie woningen.
Het doel is het grote publiek kennis te laten maken met de bouwsector.
De Open Wervendag is een initiatief van de Confederatie Bouw.
tuin waar flora (van mos tot boom) gekweekt en tentoongesteld wordt;
SN: botanische tuin, hortus, hortus botanicus
ANW: Belg._Ned.
VD95 vermeldt bij plantentuin enkel de beperkte betekenis kruidtuin
De plantentuin van Meise is wereldberoemd.
De Antwerpse Plantentuin werd lokaal ‘den botanik’ genoemd.
Het komt van het werkwoord ‘taffelen’ (= sukkelen).
Iemand die niet zo handig is.
Iemand die zijn ski’s niet goed in mekaar krijgt geschoven, is aan het taffelen.
Hij is nen taffeleir.
een klikspaan
vgl. komeren
< Fr. commère
Mijn gebuurvrèwe es een echt commeerewijf. (Mijn buurvrouw is een echte klikspaan)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.