Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geilaard, man die met een broek vol goesting rondloopt
’k heb nen hekel aan die ambetante heetlopers die u dan ongevraagd kome bepotelen.
zin in seks > van hoofdzakelijk mannen
Als ik da meiske zie voorbij komen zit ik direct met een broek vol goesting moet ek zeggen.
vrijer
iemand die wilt vogelen
WNT: Modern lemma: vogelaar
— Vogeleer, vogeler —, znw. m., mv. vogelaren of -s. 2. Iemand die houdt van vogelen in erotische zin, geilaard; ten deele in woordspeling. Verouderd.
Vogheler …. Homo salax, Kiliaan (1588).
De vogelaar zit met een broek vol goesting.
Met iemand zijn. Een koppel vormen.
In Vlaanderen is ‘een stel’ niet gebruikelijk
SN?
Van Dale:
a (pregnant) twee personen door huwelijk, verloving of liefde verbonden
synoniem: stel, paar
•een gelukkig koppel
Ik ben een koppel met de mooiste jongen die er bestaat.
een grote, lange neus hebben
De demente vrouw verweet dikwijls haar buurvrouw. Ze zei: “Maar mens wuk een grote krote ei je gie?”
De buurvrouw verweerde haar en zei: “Beter 1 grote krote dan 2 kleintjes.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
