Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
overgeven of kotsen
zie ook: spougen, spijen, geubbelen, spauwen
Als je te veel bier hebt gedronken, moet je spouwen.
Hij had zoveel gedronken dat ’em moest spauwen.
overgeven, onpasselijk worden, kotsen
Hageland: geubelen
vgl.: spouwen
VD 2OO5: gobbelen
onovergank. werkw.; gobbelde; h. gegobbeld
klanknabootsende vorming
(gewestelijk)
1. gulpen, gutsen
2. braken, overgeven
Na dat zwaar pakske friet moest ze geubbelen.
Iets verkeerd gegeten, ik heb moeten geubelen.
pot om in te pissen
Omdat onze WC stuk is, hebben we nu tijdelijk een pispot naast ons bed gezet.
iemand die vlug huilt
letterlijk “blètekouse”
in Antw.: een bleitkous
vgl. bleitmasjien
Zodra de koning op TV verschijnt begint ze te huilen, ’t is ’n echte blètekoesse.
iemand die veel of gemakkelijk bleit
zie ook bleitmasjien, blètekoesse
Simonneke van Thuis is een echte bleitkous. Elke aflevering zit ze te janken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.