Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
het regenwater dat van de ozing (ook ‘euzing, hozing’), d.i. van de uitstekende dakpannen (waar er geen dakgoot is), afdruipt
het woord zal wel verouderd zijn (z. ook euzendrup)
vgl. iëze
z. ook http://flytandesvenska.se/johan/VlaamsDialectenWoordenboek.pdf (s.v. ‘euzie’)
Het hemelwater, of de regen, die op het dak valt, droop vroeger van de dakvoet op het erf of in de ozendrop.
De ozendrop was destijds nogal eens oorzaak van burenruzies.
Daar staan als een kieken in den euzendrup.
dat kan hij niet verkroppen
“Het lig al langer op mijn lever dat de wegwijzer is weggenomen. Dat Zottegem een wegwijzer heeft vanaf de E40 en Geraardsbergen niet, is onlogisch.” (schepen van toerisme)
raar aankleden: niet de juiste maat, uit de mode, niet volgens het seizoen, enz.
ook: de juiste kleren, maar bv. het hemd half uit de broek, verkeerd geknoopt, trui achterstevoren of binnenstebuiten aan e.d.
zie ook aantoortelen, aanstoten
Die gast was aangetakeld van de kapel.
“Wie takelt oe zoo aardig aan?”
“Den bèdelèèr dieën hier aan de deur kwam, was wonderlijk aangetakeld. (Corn.-Vervl. 1899-1906)
(zich) op een bedenkelijke manier aankleden
zie ook aantoortelen, aantakelen
ook in de prov. Antw.
Hebt ge Nadia gezien ? Die is vandaag nogal aangestoten, he.
Ocharme, dat schaapke is weer aangestoten door haar moeder.
zw. ww. kleden of aankleden; in de zin van slecht gekleed (getoorteld)
in Antw.: aantakelen
zie ook aanstoten
Je had moeten zien zoals hij er aangetoorteld bijliep.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
