Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zeer groot; ontzaglijk groot
ook ‘indlik’
Die boswachter had een eendlijk postuur; ’k en zou hem niet geern tegenkomen in den donkeren.
het kookvocht afgieten van groenten en aardappelen
< af + puren: zuiveren, reinigen < Oud-Frans purer
Mijn moeder vroeg me deze middag of de patatten reeds afgepeurd waren.
juist geleden, pas
< vers
“’t is ves gebeurd = het is zojuist gebeurd” (Het dialect van Midden-West-Vlaanderen, J. Clinckemaillie)
ook in de Leiestreek
Hij is nog maar ves vertrokken met de auto of er was al
een botsing.
vegen, bezemen
ook: (omkeren)
< keren
Ver mooste sjuppe en kaere mit dae schniea.
We moesten scheppen en bezemen met die sneeuw.
Geer mot kaere, ger kènt neet wier hie.,
U moet omdraaien, U kunt niet verder hier
gelijk, om het even
taaladvies.net: eender wie/wat standaardtaal in België
Eender wie er in België aan de macht is, het is Europa dat bepaalt wat er hier gebeurt.
Eender wat dat ik zeg, het is nooit goed voor u.
Voor mij is het eender wanneer dat ge komt.
“De meeste consumenten kopen niet eender wat; ze laten zich eerst goed informeren. (standaardtaal in België)” taaladvies.net
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.