Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    rochelen
    (ww., rochelde, gerocheld)

    (v.e. paard) zacht hinniken

    WNT:
    Rochelen, ruchelen. … Een gulzig geluid met de keel maken, gelijk … de paarden, die dorst hebben, Claes, Woorden bij Kiliaan.

    ‘t Piëd rèchelt altijd at ’t ziet dat ich h’m ’n piëdssnië brèng. (het paard “rochelt” altijd als het ziet dat ik hem een dikke snee roggebrood breng)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 17 Jan 2013 12:07
    0 reactie(s)

    ruchelen
    (ww. ruchelde, gerucheld)

    hinniken van een dartel veulen
    rochelen, ruggelen

    WNT:
    Hinniken, van paarden.
    Rochelen, ruchelen. … Een gulzig geluid met de keel maken, gelijk … de paarden, die dorst hebben, Claes, Woorden bij Kiliaan.
    Ruchelen. … Zacht hinniken (van peerden), Tuerl. (zie ook Corn.-Vervl.)

    ’t Veulentje huppelde al ruchelend rond in de wei.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 17 Jan 2013 12:05
    0 reactie(s)

    nestel
    (de ~ (m.), ~s)

    schoenveter

    Brugs Ommeland: ringkoord, schoelint
    Oost- Vlaanderen: rijkoord

    Wikipedia: het Vlaamse woord voor een schoenveter

    Oorsprong: nestel, ook nastel (Germaans): een koord om zijn broek en schoenen dicht te binden

    MNW
    Riem of band om iets vast te maken, bepaaldelijk voor het dichtrijgen van kleedingstukken, met name de broek en het schoeisel.

    WNT
    De nestels der bottinnen, CONSC. 3, 379 b (ed. 1868).
    Nestelschoen, rijgschoen; in Z.-N. (CORN.VERVL.)

    Ik ben over mijne losse nestel gestruikeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Jan 2013 11:59
    6 reactie(s)

    nestel
    (de ~ (m.), ~s)

    schoenveter

    Brugs Ommeland: ringkoord, schoelint
    Oost- Vlaanderen: rijkoord,

    Wikipedia: het Vlaamse woord voor een schoenveter

    Oorsprong: nestel, ook nastel (Germaans): een koord om zijn broek en schoenen dicht te binden

    MNW
    Riem of band om iets vast te maken, bepaaldelijk voor het dichtrijgen van kleedingstukken, met name de broek en het schoeisel.

    WNT
    De nestels der bottinnen, CONSC. 3, 379 b (ed. 1868).
    Nestelschoen, rijgschoen; in Z.-N. (CORN.VERVL.)

    Ik ben over mijne losse nestel gestruikeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 17 Jan 2013 11:58
    6 reactie(s)

    bezien
    (bezag/bezaagt/bezagen, heeft bezien)

    bekijken

    Bezie da ne keer?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 16 Jan 2013 12:10
    5 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.